Trekvaart Leiden - Haarlem |
---|
Bijgewerkt op donderdag 12 augustus 2021
|
.
Op dinsdag, 25 april 1656 werd door de Heeren Andries van der Walle en
Joris Gerstecoren, landmeters van de steden 'Leyden ende Harlemum', op de
hoek van 'de Cromme Vaert bewesten Lis omtrent een hondt en vijftigh
roede besuyden Den Delff' , een paal van elzenhout in de grond gestoken.
Als eerste baken in het landschap ging deze paal het 'Halfscheyd ' markeren
van de te maken 'Treck-vaert' en 'Treck-wegh' tussen de steden 'Leyden ende Harlemum'.
|
De eerste plannen daarvoor dateerden al uit 1640, maar die liepen op niets
uit
door tegenwerking van Gouda. De kaasstad was bang dat een deel van het
vrachtverkeer
met Rotterdam nu over Haarlem, Leiden en Delft zou gaan varen en
dat zou wel eens tot lagere tol opbrengsten kunnen leiden. Maar toen in
1655 Gouda zelf met Amsterdam het plan opvatte om een trekvaart tussen die
beide
steden te realiseren, zagen 'Leyden ende Harlemum' hun kans schoon.
.
Na enig gedelibereer over de voorwaarden (uitsluitend personen-, post en
klein pakketvervoer) kon het
graafwerk daarvan na publicatie van de aanbesteding op 27 februari 1657, een
aanvang nemen.
In Vogelenzang was men al eerder (september 1656) begonnen omdat men daar door
de aanwezige hoge strandwal heen moest graven.
Het werk werd in parcken aanbesteed en men werkte dus op verschillende
plaatsen tegelijkertijd.
De trekvaart werd bijna dertig kilometer lang, met
een diepte van circa anderhalf tot twee meter en een breedte die varieerde
tussen de vijftien en twintig meter.
Het graven van de vaart was handwerk. Als we daar rekening mee houden,
moeten we zeggen dat het graafwerk verbluffend snel voltooid was.
Al op donderdag, 1 november 1657 voer de eerste trekschuit van Leiden
naar Haarlem.
|
De trekvaart vindt zijn oorsprong in de uitlopers van het 'Cager
Meer' in Leiden
en komt in Haarlem via de Brouwersvaart, Oude Singel en Nieuwe Gracht uit op
het Spaarne in Haerlem.
Het Leidse deel wordt Haarlemmertrekvaart en het Haarlemse deel
aanvankelijk
Leidsche trekvaart genoemd. Pas na 1822 sprak men van Leidsevaart.
Haarlem en Leiden exploiteerden de trekvaart voor gezamenlijke rekening
en die exploitatie bleek zeer lucratief voor beide steden. In het topjaar 1677
maakten 148.397 mensen er gebruik van. In 2007 bestond de Haarlemmertrekvaart
en Leidsevaart 350 jaar, wat in de Bollenstreek uiteraard groots is gevierd.
|
|
Trekvaart alleen voor trekschuiten
[down] | Tarieven en soorten trekschuiten Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD De trekschuit was een immens populair vervoermiddel in die tijd dat had in hoofdzaak te maken met het comfort wat deze manier van reizen met zich meebracht in verhouding met andere vervoersmiddelen, zoals de diligences en postkoetsen. De trekschuit bood al gauw zes tot acht zitplaatsen in een overdekte roef en er werd zelfs iets te eten aangeboden. Ook buiten konden personen plaatsnemen, voor de roef was meestal een ruimte waar de vracht werd geborgen en die werd overdekt met een canvas zeil. Daaronder zaten zeker zo'n twaalftal personen, die wel iets minder betaalden dan de passagiers in de geriefelijk, verwarmde roef.
.
Er werden in die tijd zes tot acht reizen per dag uitgevoerd, 's-winters wat minder dan 's-zomers. Daarentegen was het ook mogelijk, tegen stevige bijbetaling, een extra dienst te regelen. De reis duurde vrijwel de gehele dag, circa zeven to acht uur. Er waren zeker een zestal stopplaatsen, waar van paard kon worden gewisseld. Op de stopplaatsen waren vaak herbergen aanwezig, alwaar “De reizende man” de maaltijd kon gebruiken en waar men eventueel kon overnachten, indien men de reis niet in het donker wilde voortzetten.
.
Onbekend is vooralsnog hoeveel mensen er in het totaal gebruik hebben gemaakt van de trekschuitdienst maar dat het er vele miljoenen zijn geweest is zeker! Alleen al in het topjaar 1677 waren er 148.397 personen die gebruik maakten van deze luxe manier van reizen op de “snelweg van de Gouden Eeuw”.
Er was sprake van een strak dienstrooster, alhoewel de tijdsaanduidingen wat minder duidelijk waren in die tijd waren de klokken in de diverse gemeenten nog niet op elkaar afgestemd. Men moet bedenken dat grote steden vroeger hun eigen tijd hadden. Zo konden kerkklokken aanzienlijk verschillen. Pas in 1892 werden alle klokken gelijk gezet met de West-Europese tijd.
.
Onder de voorschreve Schuyten werden mede begrepen en zullen midsdien mede gehouden zyn den voorschreve Tol te betalen, de respective Markt- of Pak- Schuyten van Rotterdam, 's Gravenhage en andere Steden, de voorschreve Trekvaart passeerende, zonder dat nochthans de Passagiers, die in dezelve Schuyten zouden mogen werden overgevoert, voor hun Perƒoon de voorschreve Tol verschuldigd zullen zyn, als werdende de Gabellen voor dezelve Passagiers ten behoeve van den Huurder der Gabellen in de Trek-Schuyten goed gedaan en verantwoord. . De Jachten en ordinaris Veer-Schuyten van de beyde Steden, gelyk mede de Jachten van de respective Collegien, mitsgaders de Plaizier-Vaartuygen van Lieden, hunne Buyten-Plaatsen aan de 'Treck-Vaert' hebbende, als ook de Jachten van andere Steden (mits alvorens doende blyken, dat de Jachten van beyde de Steden Haerlem en Leyden van gelyke Vrydomme quaamen te gaudeeren) zullen hier van vry en exempt zijn. . Voorts zal van de andere Plaizier- of Tent-Schuyten, op de naast gelege Dorpen, de 'Treck-Vaert' passeerende, en meerder als zes Persoonen inhebbende, ontfangen worden zes Stuyvers. . Doch minder Persoonen in hebbende zal van yder ontfangen één Stuyver. Van yder Vlot-Hout, het geene de Vaart komt te passeeren, en zulks van yder lengte van een balk zo veel ér achtereen zoude mogen zyn, zal worden ontfangen 1/3 Stuyver. . |
Het begon met een elzenhouten paal.
[down] | Bewesten Lisse omtrent 150 roede bezuiden Den Delff | [up] | Afb.(c) HHRSR Op de hoek van de 'Cromme Vaert bewesten Lis omtrent een hondt en vijftigh roede besuyden Den Delff' werd een paal van elzenhout in de grond gestoken. Als eerste baken in het landschap ging deze paal het 'Halfscheyd ' markeren. . Op bovenstaand kaartje is de plaats waar dit gebeurde met pijlen aangegeven. Nog steeds markeert een (nu granieten) paal het punt waarvan beide steden aan de trekvaart gingen werken. Hij herinnert daarmee nog steeds aan een bomenrij die in vroegere tijden het 'Halfscheyd ' tussen beide steden 'Leyden ende Harlemum' markeerden. . |
.
| [down] | Aanbesteding op 27 februari 1657 gepubliceerd. Afb.(c) DB .
Afb.(c) RVD |
Afb.(c) HHRSR |
[down] | De gehele route van de trekvaart op een afbeelding | [up] | Afb.(c) HHRSR Welke bestaande waterlopen en wateringen kwamen als eerste in aanmerking om
de 'Haerlemsche Trek-vaart' langs- en of door te leiden? Op deze combi-afbeelding (bovenste) is goed te zien waar
precies de strandwallen liepen het was zaak daar min of meer langs te gaan immers, zand laat zich minder gemakkelijk verplaatsen dan veen.
Uiteindelijk is er alleen bij Vogelenzang langs en gedeeltelijk door de strandwal gegraven.
.
Van de bestaande watertjes werden de bochten er uit gehaald en de diverse landgoederen aan de rivier kregen
nieuwe aansluitingem op de nieuwe trekvaart. Het eerste plan daartoe stond in 1640 al op de tekentafel. Op het onderste gedeelte van de
combi-afbeelding is de gehele trekvaart in vier gedeelten afgebeeld.
|
[down] | Een kaart van voor het graven van de Leidsevaart (c.1636) | [up] | Afb.(c) RAL |
Hoe komt het, dat de trekvaart zo snel gegraven is?
Vaak horen we deze vraag op lezingen e.d., maar feitelijk is het niet zo snel
gegaan, immers:
.
Een eerste plan
De eerste plannen tot het graven van een trekvaart onstonden reeds in 1640.
Daarna, in 1644 begon men in Leiden al aan
het 'kanaliseren' van die Maerne (de Mare), ook met het doel om de stad
beter
bereikbaar te maken vanaf de Haarlemmermeer. Hierdoor was de route van de
trekvaart van Leiden tot aan de Achterpoel
en de Leede
in 1644 al klaar.
Wel zijn nadien de 'parcken' 1 t/m 3, de aansluiting op de singels, in Leiden
nog aanbesteed. In 1647 werd het hele gebied tussen Leiden
en Haarlem in kaart gebracht zodat de Heeren Andries van der Walle en Joris
Gerstecorenmen zich konden beraden over de te volgen route. Dit heeft jaren
geduurd bedenk dat er heet wat percelen moesten worden onteigend, meestal een
tijdrovende procedure.
.
In september 1656 begon men in Vogelenzang
door de daar aanwezige strandwal te graven, om precies te zijn 4 'parcken' met
een totale
lengte van 1225 meter.
Vermoedelijk lag er al een soort van 'verdieping' op die plaats, op de
oude plankaart (1647) is namelijk al een soort
van glooiing waarneembaar, die zich door een laag gedeelte van de strandwal
slingert in noord-oostelijke
richting. Hiermee was de beslissing om hier door de strandwal te graven t.b.v.
de trekvaart een voor de hand liggende keuze.
.
Waar in 1657, voor 15 maart (na 27 februari) daadwerkelijk aan werd begonnen is
o.a. het stuk van circa 2700 meter lang
vanaf die Maerne ('Achterpoel') en Voorhout, daarbij halverwege kruisend
de Ouden Dam, waar o.a. de auteur zijn domicilie heeft en
verderop, meer naar het noorden de Elsgeester Weg.
.
Bij Voorhout sloot deze aan op de reeds aanwezige Dinsdagse Watering
(een afwatering van de duinen tot aan de Haarlemmermeer), die
op zijn beurt weer haaks aansloot op de De Zwet, de Voorhoutse
Watering (een afwatering parallel aan de strandwal) daarmee is meteen
duidelijk
hoe de de scherpe knik in de huidige trekvaart bij 'Noordwijk' ontstaan is die
was al aanwezig voordat de trekvaart werd gegraven.
.
Voorbij Lisse werd de trekvaart aangesloten op de Veen(se) Watering, die
op zijn beurt aansloot op de Voogelesanger Vaert, vervolgens ging men
door
de 1225 lange strandwal heen (Gemeente grens met Hillegom - Heemstede) bij
Vogelenzang.
.
Voorbij de strandwal (Vogelenzang) sloot men de trekvaart aan op de daar
ontspringende Hout Vaert en die werd weer gevolgd tot bij 'Huys
Berckenrode'. Daar splitst
de trekvaart zich weer af van de Hout Vaert en loopt vervolgens in
strakke lijn langs 'Huys Nuyßenburch' heen tot aan de
stadswal, aan de westzijde van Haarlem, waar ook de Ramppe Vaert vanuit
het westen op de 'Stadt' aansloot. In Haarlem ging hij verder door Singels en
Spaarne.
.
Waar bleef de uitgegraven grond?
Het uitgegraven veen werd, voor zover men dat niet droogde voor gebruik in de
kachel, afgevoerd door de sloten die als
afwatering reeds van de strandwallen afliepen naar de verderop gelegen
Haarlemmermeer. Waar het vele zand van de strandwal
(in Vogelenzang/Bennebroek) is gebleven weten we niet in de historie wordt
daar niets over vermeld wellicht is het
gebruikt om poelen, moerassen in de omgeving van Heemstede te dempen en of te
verhogen. Het kan ook naar Haarlem zijn verplaatst.
.
Een werk van 17 jaar
Gaan we uit van een begindatum in 1640 en een einddatum van 1657 dan heeft
het graven van de trekvaart minstens 17 jaar geduurd. Sluiten we het
kanaliseren van de Mare (in Leiden) en het graven door de strandwal bij
Vogelenzang even uit, dan is het graven van het resterende deel van de
trekvaart tussen 15 maart en eind augustus 1657 in krap 6 maanden geklaard.
.
De eerste proefvaart met de trekschuit gebeurde eind oktober 1657.
De eerste trekschuit (volgens dienstregeling) vertrok op 1 november 1657 uit
Leiden.
Artikel samenstelling:
Reginald H.A. van Dommelen
|
|
|
[down] | Kaart van Holland met Leidsevaart (c.1690) | [up] | Afb.(c) RAL |
Afb.(c) DB Gebruik makend van bestaande weteringen, poelen en rivieren is de loop van de te graven trekvaart alvast voor een deel bepaald. Van uit Leiden gezien, de 'Die Maern' , de 'Achterpoel', dan heb je een handgegraven stuk a 2.7 Km, deels door de Elsgeester strandwal heen, naar Voorhout, aansluitend op de reeds bestaande 'Dinsdagse Wetering' die vervolgens uitkwam op de 'Zwet' ook genoemd wel de 'Voorhouter Wetering', deels door of langs de 'Cromme Vaert' bij Lisse en via de 'Veen Watering' tot voorbij Hillegom, deels aansloot op de 'Vogelensangse Vaert' . . |
Afb.(c) AJSC\DB Na lange tijd van voorbereidingen, o.a. de aanbestedingen (27e februari 1657), kon het graafwerk circa in maart 1657 beginnen. Op dat moment was er al eerder, op 26 september 1656 een spa in de grond gestoken in de lijn Hillegom, Vogelenzang en Bennebroek, de Parcken 32 t/m 36 (1225 mtr.), dit naar aanleiding van de daar aanwezige strandwal. .
[down] | Het gebied voor het graven van de trekvaart | [up] | Afb.(c) HHRSL Daarbij werden 49 werken parcken van minder ofte meerdere lengte als honderd roede (=377m) aanbesteed aan de rest van de trekvaart. De aannemers waren gehouden niet later met hun werkzaamheden te beginnen dan op 15 maart 1657 en hun werk binnen 4 maanden op te leveren (augustus 1657), behoudens ook de werken 1 t/m 3, die reeds op 10 februari 1657 in Leiden (Singel) waren aanbesteed. Hierbij dient men ook rekening te houden met de reeds gekanaliseerde Mare in 1644. . De eerste trekschuit vertrok, bij wijze van een proefvaart, eind oktober uit Leiden. Daarna ging op 1 november 1657 de officiele dienstregeling, met de eerste trekschuit (eveneens uit Leiden) van start. . |
Afb.(c) RVD Het kostenplaatje viel reuze mee en door de opbrengsten waren de onkosten er na c.1677 ruimschoots uit. Daarna hebben Haarlem en Leiden zich mogen koesteren, zeker tot einde van de 19e eeuw in een rijke opbrengst aan pacht- en tolgelden. . Een kentering in die rijke opbrengsten ontstond nadat in 1804 de weg tussen Leiden en Haarlem werd bestraat vanaf dat moment besloot de burgerij van stand zich uitsluitend nog per (eigen) rijtuig of diligence te laten vervoeren en werd de trekschuit meer door de gewone burgerij en werkvolk gebruikt. . Ook de komst van de treinverbinding in 1842 heeft daaraan een belangrijk aandeel. Na de komst van de treinverbinding maakten er in 1844 nog maar reizigers gebruik van de trekschuit en daarmee verpauperde de eens zo'n belangrijke trekvaartroute. De laatste trekschuit vertrok in 1860 van de Marekade in Leiden en daarmee kwam, na ruim 187 jaar, voorgoed een einde aan de snelweg van de Gouden Eeuw, die voor zoveel handel en welvaart had gezorgd. . |
Afb.(c) HHRSR |
Een logistieke uitdaging
Het graven van de trekvaart was een enorme logistieke
uitdaging voor die tijd. Van heinde en ver kwamen de werklieden en
het zal ongetwijfeld veel kopzorg hebben gegeven om de huisvesting van al
die lieden in goede banen te leiden. Want waar moesten al die duizenden mensen, als het donker werd,
's-nachts slapen? En wie kookte hun potje? Hadden ze eigenlijk wel te eten?
.
Denkt men daar goed over na, dan begrijpt men dat er in de
tijd van het graven vaak aangiften van vermissing waren van
eigenaren van kippen, konijnen en meer van dat kleine wild.
Ze vormden een gewild doel ter consumptie door de gravers,
die van verre op dit grote werkobject waren afgekomen.
.
Menig gemeenteambtenaar zal ongetwijfeld nog jaren achtereen bezig
zijn geweest met de nasleep en het afhandelen van aangiften en zal
menig herberg in de revisie hebben gemoeten na verbouwd te zijn bij
een overvloedig drankfestijn.
|
Afb.(c) LHL De sleutels op het wapen van Leyden, die o.a. ook op alle bruggen in Leiden te vinden zijn, stellen de sleutels van Petrus naar de Hemelpoort voor. De Pieterskerk in Leiden is aan Petrus gewijd en zo werden de sleutels het symbool van Leiden. . . History of Leiden - The Netherlands Leiden was born on the banks of the River Rhine. Where the Old and New Rhine come together and the Mare flow to their trip to sea to complete, a settlement approximately 900 years in the name Leithon ( "to the water") is given. A survey by Leiden brings the rich history of this city. Here are the counts of Holland lived, but also famous Leiden residents as Rembrandt, Jan Steen and Boerhaave.
.
Leiden has many historic buildings, but also many different groups of newcomers, who Leiden made it what it is today. From Lomb Arden, Flemings, Huguenots to Pilgrim Fathers. They found it all a safe haven and all these groups are still traces in the city.
.
Is Leiden in the 9th century an island? There is a text found on three Leith (three waters), the tributaries of the Rhine with the Mare and Vliet. That place is a fortress on an island in the Rhine `t Hogelandster and some houses. The Count of Holland resides between the increased southern Rhine, Breestraat or Broad Street and the canal Rapenburg.
This domain appears to burial in 1121 the first church, the Pieterskerk. The count then builds a house and castle Gravensteen. Around 1200, the circular fortress built. Will lead, just as very early Haarlem city rights of the Count of Holland. Haarlem in 1245, the second largest city in Holland and Leiden in 1266.
.
Flemish weavers of Leiden in the 14th and 15th century a thriving center of the cloth industry. The city now has three churches, sixteen monks, monasteries, convents begijnendijk three, four hospitals and a number of courtyards, small houses around a courtyard, usually owned by a charitable institution.
.
In the Eighty Years War, it's the Spaniards Leiden residents outside the gates to keep. As a reward to the inhabitants in 1575 a university, now the oldest in our country. The city flourished until the end of the Golden Age. The city builds fortress walls with eight gates and wide canals, Singels. The number of courtyards is increasing and the wealthy built many elegant houses along the New and Old Rhine and Rapenburg.
The collapse of the cloth industry in the 18th century marks the end of prosperity in Leiden. In the 20th century growing sleutelstad again, almost to the municipality.
.
Leiden ... city of Rembrandt, the city of students, fun shops and cozy restaurants. City with a rich history and beautiful streets and canals. A stone's throw from Leiden are polders, beach and dunes. Can you find your way in Leiden Rembrandt? Or in other words, would the Rembrandt might find in leading now? On the basis of an original map from the 17th century you will see that the streets of Leiden hardly changed. It should be possible to find your way on the basis of many landmarks from the past. But while you many details on the card against which you will be surprised. On matters not anymore. Or later. And you will find a lot to learn about the Golden Age of Leiden. And hopefully you will not get lost ... |
Afb.(c) DB Een pentekening van P.C. la Fargué (c.1778) van de Korte Mare in Leiden. Eigenlijk onvoorstelbaar indien je je realiseert dat hier de Langegracht (rechts van ophaalbrug) nog water is. Tegenwoordig is die gedempt en vormt een belangrijke verbindingsweg tussen de Steenstraat, langs molen 'De Valk' tot aan de Hooigracht. . Op de afbeelding zie je nog (ophaal)bruggen op de plaats waar nu een weg ligt. De trekschuiten die hier aan de kade (eigenlijk is dit het vertrekpunt van de trekschuiten naar Haarlem), liggen te wachten op passagiers en vertrokken volgens een strak reisschema. Het was zo, indien de trekschuit te laat vertrok, dat de commissaris een boete oplegde van 24 stuivers! . Onbekend is vooralsnog hoeveel mensen er in het totaal gebruik hebben gemaakt van de trekschuitdienst maar dat het er vele miljoenen zijn geweest is zeker! Alleen al in het topjaar 1677 waren er 148.397 personen die gebruik maakten van deze luxe manier van reizen op de snelweg van de Gouden Eeuw. . |
[down] | Brug over Nieuwe Rijn bij de Hooigracht | [up] | Afb.(c) AV |
. Historie Leiden .
[down] | Leyden, universiteitsstad Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD Leiden is ontstaan aan de oevers van de rivier de Rijn. Daar waar de Oude en de Nieuwe Rijn samenkomen en in de Mare overvloeien om hun tocht naar zee te voltooien, ontstaat een nederzetting die ongeveer in het jaar 900 de naam Leithon (“aan de watering”) krijgt. Een verkenning door Leiden brengt de rijke geschiedenis van deze stad terug. Hier hebben de graven van Holland gewoond, maar ook beroemde Leidenaren als Rembrandt, Jan Steen en Boerhaave. Leiden heeft vele monumentale gebouwen, maar kent ook vele en uiteenlopende groepen van nieuwkomers, die Leiden hebben gemaakt tot wat het nu is. Van Lombarden, Vlamingen, Hugenoten tot Pilgrimfathers. Zij vonden er allen een veilig toevluchtsoord en van al deze groepen zijn nog steeds sporen in de stad te zien. . Was Leiden in de 9e eeuw een eiland? Er is een tekst gevonden over drie Leithen (drie wateren), de Rijn met de zijtakken de Mare en de Vliet. Op die plek staat een fort op een eiland in de Rijn `t Hogeland en een wat huizen. De graaf van Holland woont tussen de verhoogde zuidelijk Rijnoever, de Breestraat of Breedestraat en de gracht Rapenburg. . In dit grafelijk domein verschijnt in 1121 de eerste kerk, de Pieterskerk. De graaf bouwt er daarna een huis en het kasteel Gravensteen. Rond 920 wordt de ronde burcht gebouwd. Leiden krijgt, net als Haarlem heel vroeg stadsrechten van de graaf van Holland. Haarlem in 1245, de tweede stad in Holland en Leiden in 1266. . Vlaamse wevers maken van Leiden in de 14e en 15e eeuw een bloeiend centrum van de lakenindustrie. De stad telt inmiddels drie kerken, zestien monnikenkloosters, drie begijnenkloosters, vier ziekenhuizen en een aantal hofjes, kleine huisjes rond een binnentuin, meestal eigendom van een liefdadigheidsinstelling. . In de tachtig jaar durende oorlog lukt het de Leidenaren de Spanjaarden buiten de poorten te houden. Als beloning krijgen de inwoners in 1575 een universiteit, nu de oudste van ons land. De stad bloeit tot aan het einde van de Gouden Eeuw. De stad bouwt vestingwallen met acht poorten en brede grachten, de Singels. Het aantal hofjes neemt toe en de rijken bouwen talrijke elegante huizen langs de Nieuwe en Oude Rijn en Rapenburg. De ineenstorting van de lakenindustrie in de 18e eeuw markeert het einde van de welvaart in Leiden. In de 20e eeuw groeit de sleutelstad opnieuw, bijna tot aan de gemeentegrenzen. . Leiden... stad van Rembrandt, stad van studenten, van leuke winkeltjes en gezellige restaurants. Stad met een rijke geschiedenis en prachtige steegjes en grachten. Op een steenworp afstand van Leiden liggen polders, strand en duinen. Kunt u uw weg vinden in het Leiden van Rembrandt? Of anders gezegd, zou Rembrandt de weg kunnen vinden in het Leiden van nu? Aan de hand van een originele plattegrond uit de 17e eeuw zult u zien dat het stratenplan van Leiden nauwelijks veranderd is. Het moet mogelijk zijn om uw weg te vinden aan de hand van vele oriëntatiepunten uit het verleden. Maar onderweg zult u talloze details op de kaart tegenkomen die u zullen verbazen. Over zaken die er niet meer zijn. Of juist nog wel. En u zult een hoop te weten komen over de Gouden Eeuw van Leiden. En u zult hopelijk niet verdwalen... . Voor wie nog nooit in Leiden is geweest is dit de ideale stad om zich te orienteren. U volgt de groei van Leiden van een dorpje met een kapelletje voor de Graaf van Holland tot de op één na grootste stad van de Nederlanden in de 17e eeuw. De nadruk ligt natuurlijk op de hoogtijdagen in de Gouden Eeuw, toen de Leidse lakenindustrie haar producten over de hele wereld verscheepte en Rembrandt geboren werd in de Weddesteeg. En u kunt aan den lijve ervaren hoeveel waterwegen Leiden doorkruisen. Maak dus spoedig kennis met de historie van de prachtige binnenstad. . |
Afb.(c) GH Links van de “Haerlemmer Treck-vaert' is 'Huize Groenoord' goed in beeld op deze prent van J.E.Kikkert (c.1875). In de verte de rokende schoorsteen van de Zaalberg lakenindustrie, die een belangrijke inkomstenbron vormde in de stad Leiden. Ook ziet u de Marekerk en stadhuistoren. Rechts nog een glimp van molen 'De Valk' die nog steeds te bezichtigen is. . Een stukje historie over Groenoord
.
Ligging: tussen de Mare, de Stinksloot, de Slaaghsloot en de
Maresingel
Bouw: 1756/1830
Sloop: 1961
.
In 1355 kreeg Leiden een stadsuitbreiding, waardoor de Haarlemmerstraat
binnen de stadsmuren kwam te liggen. Daarbuiten werd het moerassige gebied
ingepolderd. In deze polder kwam Groenoord te liggen. Er ontstonden
tuinderijen en fruitkwekerijen.
.
In 1572 besloot het stadsbestuur dat alle houten gebouwtjes op de
kwekerijen neergehaald moesten worden van
wege het beleg.
Door de Spanjaarden werd een schans gebouwd op Groenoord om Leiden te kunnen
bestoken. Toen
de lakennijverheid uitbreidde, werd het westelijke deel van Groenoord ingericht
als raamveld. Op houten ramen
werden de geverfde natte lakense stoffen gespannen om te drogen. Het was ook de
plek waar het stalgebouw kwam
te staan voor de paarden voor de trekschuiten.
Tot aan de negentiende eeuw is dit het enige grote stenen gebouw
dat aan deze kant van de Mare stond. In 1756 verzocht Johan Aegidius van der
Marck, hoofdofficier van de
stad Leiden, of hij een speelhuis mocht bouwen op het terrein van zijn
buitenplaats. Dat bestond toen uit
een huis met een fraaie koepel, een timmermanshuis, een visvijver, een park,
een perzikkas, drie partijen
warmoesland en 50 roeden weiland. De totale oppervlakte was ca. 6 morgen. Na
hem kwam het landgoed in handen
van zijn broer. Zijn erfgenamen verkochten het in 1788, die het omstreeks 1800
doorverkochten aan Abraham
Harteveld
jr. (1793-1866) die er rond 1830 een groot huis op liet bouwen, dat
de naam Groenoord kreeg. Zijn moeder overleed in 1837 op huize
Groenoord.
.
De laatste eigenaar van huize Groenoord was de kunstschilder Floris
Verster. Hij
woonde op Groenoord samen
met zijn vrouw Jenny Kamerlingh Onnes. Zijn zwagers waren Heike, de
natuurkundige
en Menso, die ook kunstschilder was.
.
In 1926 verkocht hij de buitenplaats aan de gemeente Leiden voor 27.000 gulden.
Hij was een eenzelvige man en een paar jaar na het overlijden van zijn vrouw
is hij in de karpervijver van zijn eigen tuin verdronken.
.
Het huis werd daarna, door gemeente Leiden verhuurd aan de kunstkriticus en -
expert Willem Cornelis Feltkamp en zijn
neef Willem Mùhlstaff, die tijdens de oorlog onderdak boden oa. aan de schilder
en graficus Dirk Hidde Nijland.
Willem Cornelis Feltkamp gaf les in "Het zien en Verstaan" van
de kunst (net als H.P. Bremmer adviseur van Mevr. Kröller-Muller die de
befaamde collectie
van het gelijknamige museum bij elkaar verzameld had) Mühlstaff was schilder
en directeur van de Rotterdamsche Kunstacademie.
.
[down] | Plattegrond 'Huize Groenoord' met bos a 400 bomen | [up] |
.
Het bos van meer dan 400 bomen bleef nog wel lang staan, tot groot genoegen van
wandelaars en spelende kinderen. In oorlog WO II werd het echter door
voornamelijk
zwarthandelaren omgekapt tot hun eigen gewin, behoudens één grote kastanjeboom.
.
Het huis lag een beetje vreemd in een zeer arme buurt. Oorspronkelijk was
het
groter en had bevoorbeeld een conciergerie 100 meter naar de stad aan de
trekvaart (later sigarenwinkel) en ernaast ook nog een boerdeij, in 1940
al ingekapseld tussen de huizen en later dus opgeheven.
.
In 1961 werd de huur door gemeente Leiden opgezegd en werd de
buitenplaats 'Groenoord' gesloopt om plaats te maken voor
de veemarkt (Groenoordhallen) en een nieuwe woonwijk.
.
Oorspronkelijk artikel (c) Drs. Brigitte Rink-Ensink
Nadien bijgewerkt naar correcties van Ronald Feltkamp (nov '10).
|
[down] | Het kanaliseren van 'Die Maern' in c.1644 | [up] | Afb.(c) RVD Al in c.1644 begon Leiden met het kanaliseren van bestaande rivieren als aanloop naar de trekvaart. De rivier 'Die Maern' was als eerste aan de beurt, de bochten werden eruit gehaald en de rivier werd daardoor rechter en gemakkelijker bevaarbaar. Dat hierdoor de buitenplaatsen, zoals kasteel Oud Poelgeest wat verder dan eerst van de vaart kwamen af te liggen mocht geen bezwaar vormen. De 'Die Maern' sloot aan bij rivier de Leede en de Achterpoel bij Warmond (geheel rechts). . Bij de aanleg van de Haarlemmertrekvaart is gebruik gemaakt van reeds
bestaande wateringen, poelen en rivieren. De 'Stingsloot' werd in 1611
reeds gegraven en vormde een der grenzen van de Groenoord
polder bij Leiden. Met de 'Slaaghsloot' in het Noorden en de 'Die Maern' in het zuiden. Zo is het
gedeelte wat aansluit op het in 1844 gegraven Oegstgeesterkanaal een overblijfsel van de (oude) 'Achterpoel'.
Hier werd naar waarschijnlijkheid later in de tijd een gedeelte
van de zuidelijke Poel gedempt t.b.v. de aanleg van de trekvaart
(het 'Leidsche Gat'), gelegen vlakbij het 'Tolhuysch' in Oegstgeest.
.
In vroegere tijden waren de 'poelen' vele malen groter dan wat men nu ziet.
Voor 1486 waren er vele meren, sloten en rietlanden ten westen van de poel.
Men sprak in die tijd (c.1480) van een uitgestrekte watervlakte en rietvlakte.
Deze zijn nadien allemaal dichtgeslibt met zand en ander ruig materiaal.
Was aanvankelijk de 'Overveerse polder' omstreeks c.1480 zestien 'morgen'
groot
in c.1547 was deze al negentien 'morgen' groot! .
'oude maten uit die tijd' - 1 'hont' is 100 'roe'. 1 'roe' is
3,77mtr. 1 'morgen' is 8516m². -
|
Afb.(c) BRE De Heemmolen, de trekschuit, een jager, een rollerpaal en ook het Huys Poelgeest is te zien op deze prachtige gravure van de Haarlemmertrekvaart (vroeger 'Die Maern' geheten), in de naaste omgeving van Oegstgeest. |
Vroeger heette de “Haerlemmer Treck-vaert' anders, Die Maern. Onder die naam zie je hem ook terug op oude kaarten (1579) In 1644 is de kronkelige rivier 'Die Maern' gekanaliseerd door gemeente Leiden. Liep het water vroeger langs kasteel Poelgeest (toen nog Huys Alckemade), door de rechttrekking van het water kwam het nu verder van het kasteel te liggen. Het kasteel hield echter d.m.v. een brede sloot nauw contact met het kanaal 'Die Maern' (nu Haarlemmertrekvaart geheten). . Alle bochten, zie bijgevoegde kaart, alle kreekjes, enz, enz werden tot aan de Poel rechtgetrokken en er ontstond een breede vaart voornamelijk bedoeld om Leiden toegankelijker te maken voor schepen vanaf de haarlemmermeer. Dat kanaliseren geschiedde in 1644, nog een ruim aantal jaren voor de 'Leydsche Treck-vaert' werd gegraven (1656). . De plannen voor het kanaliseren waren van nog veel eerder (1579), alleen Leiden was arm en het duurde ook enige tijd voor kooplieden het belang van een goede waterverbinding door hadden, zij moesten uiteindelijk met Leiden samen de kosten ervan dragen. . |
Afb.(c) HHRSR Voor de huidige Kwakelbrug werd aangelegd was er ook al sprake van een brug in het verlengde van de (huidige) Kwaaklaan. Rechtsboven kasteel Poelgeest. Links naar Leiden en rechts naar Warmond. De huidige Haarlemmertrekvaart ziet er nog exact zo uit als in 1656, het prieeltje van kasteel Poelgeest staat echter nog niet op deze tekening uit 1656. . |
Afb.(c) HHRSR |
[down] | Het Kasteel Oud Poelgeest aan de Haarlemmertrekvaart | [up] | Afb.(c) BRE Oud-Poelgeest is een landgoed van ruim 10 ha. met kasteel, koetshuis,
tuinmanswoning, kapel en waterput. De historie gaat meer dan 1000 jaar terug.
Destijds was Poelgeest een versterkt huis op een zandrug temidden van
moerassen en poelen en is o.m. in bezit geweest van de geslachten Van Alkemade
en Van Poelgeest.
Rond 1640 werd het kasteel, na verwoesting in 1461 of 1462, in de huidige
classicistische stijl opgebouwd. In de 19e eeuw werden drie uivormige
torens, een koetshuis, een oranjerie en 'n kapel gebouwd.
.
Prof. Hermannus Boerhaave en zijn echtgenote en dochter zijn rond 1725 de
meest bekende bewoners geweest.
Boerhaave plantte 'uitheemse bomen' en 'zeldzame gewassen' en legde een
kruidentuin aan.
De landschapsstijl van het park is in verschillende fasen in de 19e eeuw tot
stand gekomen. Kronkelpaden,
waterpartijen en zicht-assen vertegenwoordigen deze stijl, maar ook de
romantische elementen zoals de torens,
de kapel en de brug. Toch is ook nog de 17e eeuwse formele hoofdstructuur
aanwezig. Deze wordt bepaald door
de gedeeltelijk dubbele omgrachting en de rechte oprijlaan naar het kasteel.
De begroeiing van het bospark is kenmerkend voor de landgoedbossen op de
voormalige strandwallen en is op
het landgoed Oud-Poelgeest door de monumentale bomen en de unieke gevarieerde
Stinzenflora van grote
cultuurhistorische waarde.
.
Historie OUD POELGEEST nader bekeken
.
Deze buitenplaats, gelegen aan de Trekvaart heeft een lang verleden.
Voordat de trekvaart werd gegraven lag Oud Poelgeest aan het riviertje
'maern'.
“Polgest” stond al met twee boerderijen op de goederenlijst van de Utrechtse
Sint Maartenskerk, die werd opgesteld tussen 777 en 866. .
De woontoren van de familie van Poelgeest wordt al in 1320 genoemd in een
leenbrief van Dideric, burggraaf van Leiden, die het Huys in leen geeft
aan IJsbrandt Heinriczoen van Poelgeest.
Hoe oud het huis toen al was, is niet meer na te gaan. De oom van IJsbrandt,
Floris van Alkemade veroverde echter het huis en sindsdien was het huis
in bezit van de Van Alkemades. (De Poelgeesten vertrokken naar Koudekerke, waar
het Huis Hoorne werd overgenomen en daarna Groot-Poelgeest heette) .
Er is aanleiding om aan te nemen dat tijdens de Hoekse en Kabeljouwse
Twisten, de woontoren is verwoest. Vermoedelijk is het daarna niet meer
opgebouwd.
Wel is op het terrein een woonhuis gebouwd naast de nu nog bestaande waterput
van 1550.
Het huis moet vlak bij de toegang vanaf de weg hebben gelegen. Een afbeelding
op het Lancaarttapijt (Lakenhal/Leiden) zou daarvoor een
bevestiging kunnen zijn. Boven het woord Alkemade staat het huis (zie
afbeelding), onder het woord Poel staat de ruïneuze toren. Oud Poelgeest
bleef in bezit van de van Alkemades tot 1615, toen het verkocht werd, de
eigenaars woonden in Belgie en het was te lastig
om tijdens de 80-jarige oorlog het oude huis aan te kunnen houden. Bij
de ruïne stonden twee poorttorens, die beschreven zijn als “wagenhuys
en berchhuys” (in 1560).
De toen bekende geleerde Buchelius heeft er nog een tekening van gemaakt
om de verkoop te bevorderen. Cornelis van Lochorst, die in 'Warmond'
het kasteel Lochorst (nu terrein van Dekker) bewoonde, kocht het geheel
als erfgoed voor zijn kinderen.
Landmeter J.Dou werd gevraagd een plattegrond van het gebied te maken 1633.
In 1644 werd het gebied met ruïne gekocht door Constantin Sohier.
(1624-1671) Hij was 19 jaar, zijn zéér rijke vader was net overleden, en hij
had de boodschap gekregen de familie eer weer te herstellen, en daar de
nalatenschap voor te gebruiken. Zijn voorouders hadden als Waalse
vluchtelingen uit Bergen (Mons), alles achter moeten laten, wegens de Spaanse
Inquisitie. Sohier is 20 jaar is bezig geweest om door middel van
documenten, zijn afstamming van de franse koning Filips I te bevestigen.
Daarmee wilde hij aantonen dat hij recht had op de titel ‘DE VERMANDOIS’. .
Zijn genealogische zoektocht is in een
boek opgetekend. Het werd in 1661 uit gegeven in dat jaar werd hij ook in de
Hollandse Ridderschap ingeschreven. Nu kon hij de aankoop van
Oud Poelgeest gebruiken om een nieuw kasteel, omgeven door een slotgracht, te
laten bouwen.
In 1652 (tot 1747) kwam het kasteel in handen van de fam. van der Rijt, vervolgens de fam van Gronsveld en Samuel Rademacher (1747 - 1800) .
Daarna kwam tot 1890 de familie Gevers van Endegeest er in wonen. NB diverse datums kunnen met elders verschillend zijn -noot redactie-)
Al na een maand werden bouwplannen bij de Stad Leiden ingediend. Het nieuwe
kasteel is niet op een vierkant of rechthoek gebaseerd zoals alle nieuwe
buitenplaatsen van die tijd. De twee vooruitspringende hoektorens doen sterk
denken aan de afgebroken ruïne. De soberheid en symmetrie van het geheel maken
het tot een moderne variant van de Hollandse classicistische bouwstijl, die
toen de “Italiaensche Stijl” werd genoemd. De afwijkingen van de heersende
bouwstijl doet vermoeden dat er veel eigen ideeën in verwerkt zijn.
.
Voorbeeld van een formele tuinaanleg ca. 1660. Het huis ligt midden op de
diagonalen. Rechthoekige singels met een halve
maan voor- en een parterre achteraan. De tuin zal in dezelfde stijl zijn
aangelegd. Delen ervan zijn nu nog terug te vinden.
Het huis is vermoedelijk niet bewoond geweest door Constantin, maar door de
enige dochter met haar man, Johann Rautter von Arnstein geheten.
Daarom heeft het huis ook een tijdje ’t Huys Arensteyn geheten.
.
Cornelis Pronk, 1729 T’huys Arensteyn bij Leijden. Uiteindelijk is het
in 1724 aan dokter Herman Boerhaave (1668-1738) verkocht door een
kleindochter van Constantin Sohier de Vermandois. Boerhaave woonde
in Leiden en was een tijdlang naast hoogleraar Medicijnen ook
hoogleraar Botanie. In die functie had hij het beheer over de
Hortus. Die was echter niet groot genoeg om alle boomzaden te kunnen
opkweken die door de VOC werden meegenomen op zijn verzoek tevens kreeg
hij van zijn buitenlandse studenten, die na hun studie naar eigen land
terug keerden,veel zaden toegestuurd. De bomen konden wel in Oud Poelgeest
staan. De nog overgebleven drie tulpenbomen, ontsproten uit de wortelstronk van
de tulpenboom, die vrijwel zeker (alhoewel door anderen weer tegengesproken!)
door Boerhaave gepland, is de tulpenboom (Liriodendron Tulipifera).
Nieuwe loten aan een boom van ca. 275 jaar oud. Ten tijde van de kleindochter
van Boerhaave in 1781 werd een deel van de rechthoekige singel gedempt evenals
een deel van de omringende gracht rond het huis. Daarbij werd de stenen
toegangsbrug afgebroken. De tulpenboom bleek op een heuveltje op een eilandje
in een vijver te staan, ook de vijver werd gedempt.
.
.
. 'Int jaer van julio 1612 gaende buyten Leyden wandelend langs de Marne,
wesende
een vande Weteringe ofte Vlieten van de Leede daer het clooster ter Lede sijnen
naem aff heeft, ende Does daer het Huys noch sijnen naem van behout, ende de
Poel
waer aff noch comen Abspoel, poelbrug enz. ende alwaer gesien de relliquen van
het
vervallen Huys van Alckemade dat het gemeen volck noempt het Huys vanden
'rijcken
vrecken' daer verscheyde fabulen aff vertellende / Dit Huys heeft eerst den
naem van
poelgeest gehadt ende is lange iaren aen het geslachte van Alcemade geweest
waer aff
een dochter gehuwt met IJsbrant Coulster tselve op haeren soon Willem heeft
gebracht die
daerom sijn vaders naem verlatende den name van Alckemade metten goederen heeft
aengenomen waervan de dochter met Johan van Culemborch gehuwt is, wiens
dochter
Margaretha getrout sijnde met een Flipe van Hamal (ende Monceau), dese
heerlickheyt
op haere kijndere gelaten heeft die dselve mette omliggende veijlende sijn
/ de Wapenen vande geslagte die de heerlickheyt beseten hebben zijn dese'
.
Spaanse Put?
In de Oegstgeester Courant van week 42 (2007) lazen we dat de put op het
terrein
van kasteel Oud Poelgeest door Spaanse troepen was aangelegd in 1550 en dat het
kasteel
zelf in 1572/1573 werd verwoest door de Spanjaarden. Echter dit verhaal
klopt in het geheel niet volgens Drs. Brigitte Rink, klik daarom
het woord
POELGEEST aan
om het werkelijk gebeurde te vernemen!.
|
Gewassen tekening van J. den Beyer c.1750 Afb.(c) RAL .
.
Oegstgeest is naar waarschijnlijkheid één der oudste agrarische
nederzettingen van Holland. De ligging is een natuurlijk gevolg van de vorming
van strandwallen in historische tijden. Deze ontstonden door de kerende tijen
van het zeewater, wat via de Rijnmond in en uit stroomde. Zo ontstond als
eerste de strandwal richting Sassenheim en nadien ook de strandwal richting
'Warmond'.
.
De vroegste sporen van bewoning zijn gevonden in een uitloper van de
strandwallen in de Elsgeesterpolder (richting Sassenheim), waar in de 2e eeuw
een Bataafse nederzetting gevestigd was. De oude naam van Oegstgeest zou
Osgeresgeest zijn: de geest (strandwal) van Osger, wellicht een Germaans
stamhoofd.
.
[down] | Een uitloper van de strandwallen in de Elsgeesterpolder. | [up] |
.
De weg door de Elsgeesterpolder is er nog steeds, vanaf de Vinkenweg
(links) in Rijnsburg loopt hij kronkelig door de weilanden van de
Elsgeesterpolder, tussen de verlengde Vinkenweg en de Voorhouterweg in.
In het midden wordt hij doorsneden door de “Haerlemmer Treck-vaert', waar ook
de verplaatste molen (uit Rijnsburg) staat, en aan de andere zijde gaat hij als
2e
Elsgeesterweg verder tot aan de spoorlijn in Voorhout. Dan verdwijnen de
sporen in de bebouwing van Oosthout, een nieuwe wijk van Voorhout.
. |
Afb.(c) RVD Helaas is dat jaartal niet voor 100% meer te achterhalen aangezien deze witte hoeksteen (rechts) bij een onfortuinlijke aanvaring uit het brugdeel is gevallen. De brug vormt de ingang van Jachthaven Welgelegen van Jan Juffermans aan de Haarlemmer trekvaart. De foto is van (circa) 1971 |
[down] | de oude rivier 'Die Maern' in Oestgheest | [up] | (kaart A-4186) Afb.(c) HHRSR |
[down] | Afbeelding van de Overveersepolder in 2013 | [up] | Afb.(c) WvE Heden ligt in deze polder het sportpark 'Overveer', de sportvelden van ASC die in 2017 uit het centrum naar hier werden verplaatst. Na 41 jaar op het terrein aan de van Duivenvoordestraat wat door de groei van Ajax Sport Club inmiddels veel te krap was geworden. De clun vierde in 2018 haar 125 jaar jubileum. |
Ongerept natuurschoon, de Overveerse polder vanuit de lucht gezien. Helaas is dit niet meer zo want de voetbalvereniging ASC is inmiddels naar dit gebied verplaatst. |
[down] | De avond valt over een samenspan van rivieren | [up] | Afb.(c) RVD De driesprong bij de Overveerse polder, het samenkomen van drie, eigenlijk vier stromen. Links de Haarlemmer-trekvaart, rechts het Oegstgeesterkanaal en (geheel rechts) de Achterpoel (tegenwoordig Poelmeer geheten). In 1970 is zwembad 'Poelmeer' daar gesloten. De foto is gemaakt, komende uit rivier de Leede. . |
Afb.(c) BCVK . Deze brug die lag over de Haarlemmer trekvaart is niet meer aanwezig bij de weg langs 'Tolhuysch' naar Voorhout. Nu ligt er de N444 die gestalte kreeg in 1989 en niet meer voor doch achter het tolhuis loopt. Onder de brug werd de trekvaart gedempt en omgeleid via het Leidsche Gat. Het oorspronkelijke trekvaart water werd samengevoegd met de Achterpoel. .
Afb.(c) RAL |
. Historie Warmond
[down] | Trekvaart onder de brug naar Warmond Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) HR Een foto van de brug met 'Tol-heck' in Warmond. De tolbrug over de Achterpoel (Poelmeer, vroeger was dit water de Haarlemmertrekvaart), de verbindingsweg tussen Oegstgeest en Warmond, waar tot 1953 nog tol betaald moest worden. . De geschiedenis van Warmond reikt tot ver terug in onze herinnering. Al in 866 wordt er in het bisdom Utrecht melding gemaakt van de aanwezigheid van drie boerenhoeven. Deze lagen op de meest oostelijke aftakking van de (oostelijke) strandwal temidden van moerasgebied. . In het jaar des Heren 1637 kreeg te toenmalige Heer van Warmond toestemming tot de aanleg van een tolbrug over de toenmalig geheten Poel. Daarvoor was er sprake van een veerdienst over dat water, waarmee bezoekers aan de 'Heerlijkheid Warmondt' (met oa. het klooster der Bernerdieten en Elfduizend Maagden) konden worden overgezet. De rechten ervan werden in 1429 toebedeeld aan de Heer van Warmondt, Jacob van den Woude. . De Poel vormde geruime tijd de grens tussen Oegstgeest en het 'Warmondt' van toen. Wanneer in 1657 de trekvaart wordt gegraven is de brug te laag en wordt deze, op rekening van de beide gemeentes verhoogd, zodat de trekschuit er kan passeren. Tegenwoordig is er nog weinig te vinden van de toenmalige situatie. Wanneer je je daar bevind is het je moeilijk voor te stellen, dat het hier in vroegere tijden een groot, ruig en waterrijk gebied was, met rietlanden omgeven. . |
Afb.(c) HR Brug over de Haarlemmertrekvaart nabij het 'Tolhuysch' in 1930 (wat U in de verte ziet liggen). Tegenwoordig is de brug door een vaste dam vervangen. De N444, verbinding tussen het Postviaduct en Oegstgeest (en Warmond) loopt daar overheen. De loop van de “Haerlemmer Treck-vaert' is daarmee veranderd. Deze is nu met het (later in 1844 gegraven) Oegstgeesterkanaal verbonden middels het laatste stukje Vliet (Leidse Gat) wat nog in Oegstgeest zichtbaar aanwezig is. . |
[down] | Vroeger liep de trekvaart nog rechtdoor richting de Leede | [up] | (foto 1945 Royal Air Force) Op deze luchtfoto uit het archief van de Royal Air Force (maart 1945) zijn een belangrijk aantal verschillen waarneembaar ten opzichte van de huidige situatie in het heden: 1. De kanaalbrug aan het einde van de trekvaartweg bij Warmond loopt gewoon rechtdoor langs het water van de vaart. Van een brug tussen warmond en de huidige Abtspoelweg is nog geen sprake. 2. Het zwembad in de achterpoel ligt nog in volle glorie te pronken op die plaats staan nu de luxe villa's van wijk Klinkenberg. 3. De brug van Warmond naar de Veerpolder ligt nog niet parallel aan de spoorbrug over de Leede. 4. Van wijk Haaswijk (Oegstgeest Noord) is nog geen spoor te vinden. 5. Van een Klinkenbergerplas is totaal geen spoor van nog te vinden. Het was toen allemaal nog weiland met oa. de Voorhofmolen in de gelijknamige polder. Met dank aan Dick Breedijk voor deze afbeelding |
[down] | De tolpoort aan Leidse zijde, het 'Tolhuysch' en poort | [up] | . (klik op de foto voor een prachtige luchtfoto van een deel van Oegstgeest) Afb.(c) FWV via HR Het is je haast niet voor te stellen, dat nog maar een paar jaar geleden al het verkeer, wat zich nu achterlangs (N444) het Tolhuysch spoed, zich door de smalle doorgang van de tolpoorten wrong. In 1988 waren dat ruim 6000 auto's per dag, een onvoorstelbare hoeveelheid. Het aantal fietsers en voetgangers zullen we maar niet noemen die zich, vaak gelijktijdig met het overige verkeer door de nauwe doorgang wrongen! . Dat dat zich niet zonder ongelukken liet welgevallen mag een ieder wel duidelijk zijn en was ook een der belangrijkste redenen de poort voor het verkeer te sluiten en de N444 aan de achterzijde langs te voeren. Helaas had de afsluiting ook tot gevolg dat het reeds sterk verpauperde Tolhuysch nog meer van de omgeving vervreemdde en spoedig daarna dreigde in te storten. Gelukkig viel dat ook de Familie Smitsloo op en na wat handelen werd het gehele Tolhuysch van de toenmalige eigenaar, de heer Menten overgenomen. De heer Smitsloo gaf al zijn krachten en energie aan dit project en we mogen nu genieten van een prachtig gerestaureerd stukje historie van inmiddels meer dan 350 jaar oud. . |
[down] | Het 'Leidse Gat' is 'n restant Rijnsburgse Vliet | [up] | Afb.(c) RVD Omdat de Oude Rijnmond kort na 1100 verzandde,
kreeg de Ouden Vliet een belangrijk afvoerfunctie
van Rijnwater in de richting van de Kagerplassen.
Om de waterafvoer te verbeteren werd een nieuwe
afwatering graven, die via de Poelen onder 'Warmond'
in verbinding stond met de Kagerplassen. Deze (nieuwe)
Rijnsburgse Vliet kwam als particulier water in eigendom
en beheer van de Abdij.
De verbinding tussen Poelen en
Kagerplassen was oorspronkelijk echter een doorwaadbare
kreek tussen de Poelgeester en de Warmonder strandwal
de Abdij had er dan ook belang bij dat er hier geen dam
werd aangelegd. Dat was ongetwijfeld het oogmerk
waarmee de Abdij langs de zuidzijde van deze kreek,
op de kop van de Poelgeest, het kasteel Abtspoel liet
bouwen, dat in de 14e eeuw eigendom werd van
de Abdij van Egmond.
. |
[down] | Het Leydsche Heck bij het 'Tolhuysch' | Afb.(c) DB .
|
Historie Oegstgeest
[down] | Het ontstaan van Oegstgeest op de strandwal Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD De vroegste sporen van bewoning zijn gevonden in een uitloper van de
strandwallen in de Elsgeesterpolder, waar in de 2e eeuw een Bataafse
nederzetting gevestigd was. De oude naam van Oegstgeest zou Osgeresgeest
zijn: de geest (strandwal) van Osger, wellicht een Germaans stamhoofd.
.
Volgens de christelijke overlevering zou de monnik Willibrord hier
omstreeks 690 op de resten van een Romeinse nederzetting een houten kerk hebben
gebouwd, deze kerk is na de dood van Willibrord in 739 herbouwd in steen en
tufsteen. In 839 is ie echter verwoest door de Noormannen. Ook de spanjaarden
hebben hem verwoest in 1574.
In 1830 is de voorste toren afgebroken omdat hij dreigde los te scheuren van de
kerk zelf en deze is pas in 1956 tijdens een renovatie als het ware vervangen
door het huidige entree portaal.
.
Het middeleeuwse Oegstgeest lag tamelijk geïsoleerd. De boeren konden hun
producten alleen via het dijkje langs de Mare op de Leidse markten brengen. De
toegang tot het Marendijkje werd beheerst door de twee kastelen op de
Poelgeest: Oud Poelgeest en het noordelijker gelegen Abtspoel de laatste was
een strategisch eigendom van de Abdij van Rijnsburg. Abtspoel controleerde
vooral de route en het tolveer over de Poelen richting 'Warmonder strandwal'.
Kasteel Abtspoel (in Oegstgeest gelegen) werd in 1864 afgebroken. Op dezelfde
plaats ligt nu een belangrijke verbindingsweg, de Abtspoelweg.
|
[down] | Oegstgeester 'Tolhuysch' uit 'den as' herrezen. | [up] | Afb.(c) RVD Het 'Tolhuysch' aan de “Haerlemmer Treck-vaert' in Oegstgeest is uit den as herrezen. Decennia lang verpauperde de bij velen bekende enclave, maar gelukkig is het onlangs in 2005 ingrijpend gerestaureerd en. Het 'Tolhuysch' en 'Tol-heck' kunnen weer eeuwenlang mee en het tolhuis leidt inmiddels een 'tweede leven' als bedrijfskantoor. . |
Historie 'Tolhuysch'
[down] | Meer over de historie van 't 'Tolhuysch' Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD Waarom stond het ''Leidsche'' Tolhuysch in Oegstgeest en niet
in Leiden zelf? Als men de kaart van de omgeving voor zich neemt wordt dit
spoedig duidelijk, immers, een 100-tal meters verderop was ook al een tol (naar
'Warmond') aanwezig.
Ook dient rekening te worden gehouden met de daar stromende Leede, die al jaar
en dag de Maerne verbond met het Cager Meer en verder gelegen Haarlemmermeer.
Strategisch gezien ligt het tolhuis dus op de juiste plaats, het was in eerste
instantie bedoeld voor alle waterverkeer wat richting Haarlem en
Bollenstreek koerste.
Juist in die periode, in de 16e- en 17e eeuw kwam de
bollen cultuur (Bollenstreek) pas goed tot leven met de komst van de tulp en
voorzag de bewoners van een ongekende welvaarts groei. Mede hierdoor werd er
veel gebruik gemaakt van de trekschuit. Want wegverkeer was er in die tijd
nauwelijks, de diligence reed, vanwege vele onverharde zandpaden niet of
nauwelijks, het jaagpad langs de trekvaart was immers ruw door de vele paarden
die dagelijks passeerden t.b.v. het trekken van 16 tot 18 trekschuitdiensten
per dag.
|
[down] | Het Tolhuys aan de “Haerlemmer Treck-vaert' | [up] | Afb.(c) RAL |
(klik op de foto voor een vergroting) Als een blauwe ader doorkruist de Haarlemmertrekvaart Oegstgeest Noord. Rechts de Klinkenbergerplas en een gedeelte van Warmond. In de verte is Voorhout, Noordwijk en de Elsgeesterpolder duidelijk zichtbaar. Klik op deze foto voor een schitterende vergroting van 8.2 Mb. Met dank aan Wil van Elk voor het aanleveren van deze mooie foto. |
[down] | De oevers van de Haarlemmertrekvaart zijn rijk begroeid, ter hoogte van de stedelijke bebouwing een vloed van bies begroeiing. | [up] | Afb.(c) RVD Biezen, waar vind je die nog langs een oever? In de Haarlemmertrekvaart, die rijk aan groen langs de walkanten al bijna 350 jaar een aanblik geeft van natuurschoon, op een steenworp afstand van de diverse woonomgevingen. Het is dan ook geen wonder, dat menig natuur- en waterliefhebber hier gaarne met zijn boot vertoeft en dat de vaart met allerlei schepen druk bevaren wordt. . |
[down] | Rustiek gelegen de Haarlemmertrekvaart, in de verte ligt de Postbrug (A44) | [up] | Afb.(c) RVD |
[down] | De Haarlemmertrekvaart door Oegstgeest. | [up] | Afb.(c) FWV Links de Morsebel wijk (Oegstgeest), met rustieke aanlegplaatsen voor sloepen, rechts de N444, de weg die van Noordwijk naar Warmond en vervolgens naar Leiden gaat. We blikken nu in noordelijke richting, halverwege ziet u de Postbrug, het viaduct waarover de A44 loopt, rechtsboven de verffabriek Sikkens. In de verte (boven) ligt Voorhout. Naast de trekvaart ligt de N444 die aansluit op viaduct Postbrug. Dit gedeelte van de “Haerlemmer Treck-vaert' in Oegstgeest vinden wij de moeite waard van het vastleggen ervan. Waar vindt je nog zo'n prachtig stukje (vaar)water? Telkens wanneer we dit stuk voorbij varen genieten we steeds weer van dit stukje ongerepte natuur. . |
[down] | Zonsondergang aan de oude vaart (2009) | [up] | Afb.(c) REG De zon zakt weg in de horizon, getekend door de kale leegte van de afgebroken MEOB en langs het parkeertrerrein van de Fa. van der Luijt (inmiddels Gebr de Wit). Het wateroppervlak is glad en daardoor lijkt het of er een grote spiegel op ligt. Op de voorgrond een tot nu toe weinig gebruikte lange botensteiger die nog steeds wacht op een vaste huurder. De foto is gemaakt met een gsm van Nokia. |
Historie Postbrug
[down] | Historie rond de Oude Dam en Postbrug Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD Er waren in de 17e eeuw twee rivieren, de (nieuwe) Vliet (waar nu het Oegstgeester kanaal ligt)
maar ook nog de oude Vliet. Op een oude kaart
uit 1615 hebben we gezien, dat de Oude Vliet van Rijnsburg uit, via de Grechtsloot, gedeeltelijk
langs de huidige Vinkenweg liep naar het noorden en overging in de Scheysloot.
Uiteindelijk gaat de (oude) Vliet via 'Warmond', langs het mannenklooster Marienhaven (Warmondt)
en langs het HemMeer in de eerder genoemde
Scheysloot uitkomen (nabij de huidige Menneweg) in de uitlopers van de Haarlemmermeer (Cager Meer).
.
De Elsgheesterwegh liep min of meer westelijk ervan parallel mee naar het noorden
en kwam via de strandwal Klinkenberg uiteindelijk in de buurt van Lisse uit.
Richting Oost splitste zich het voetpad langs de oude Vliet (bij de Scheysloot) en
ging als 'oude Dam' in de richting van 'Warmond'. Een gedeelte van deze is nabij
de “Haerlemmer Treck-vaert' en de Oude Vaartweg heden nog zichtbaar.
.
De 'oude Dam' heeft een rijke geschiedenis: als men zich op het korte stuk
van wat er nog van rest en zichtbaar is begeeft, wellen de herinneringen als vanzelf omhoog.
Wist u, dat toen 'Warmond' nog alleen toegankelijk was via betaalde tolpoorten, dat deze
oude Dam het zogenaamde achterdeurtje vormde van de weg naar 'Warmond'?
Hierlangs kon men, via het oude spoorpad en Marienhaave (gratis) in 'Warmond' geraken!
Toen de auteur vele jaren geleden (zie auteur) hier
ging wonen (naast de oude Dam) was
er nog een duidelijke aftakking van de Scheysloot waarneembaar aan de noordkant van de huizen.
De knecht van de melkboer vertelde ons dat hij als hulpje, vele jaren geleden in 1949, op de
'oude Dam' een bruggetje over moest alvorens op de buurtweg, pal achter
het rijtje huizen gelegen te komen om de melk e.d. te kunnen bezorgen.
.
Door de tijd is dit deel van de oude Vliet langs de 'oude Dam' geheel verzand (1974) en uiteindelijk
bij het (grondgebied) van het zich daar bevindende hoekhuis getrokken.
|
[down] | Molen langs trekvaart "Zelden van Passe" Afb.(c) DB Op 20 januari 1652 gaven de ingelanden van sekere voorgenomen bepolderinge, die men noemen sal Elstgeesterpolder . De molen zou gebouwd worden bij de Dinsdagse Watering in het gebied tussen de Heerweg, de Voorhouterweg, de Vinkenweg en de reeds genoemde watering. De aanvraag werd ingediend op 12 juli 1653 en ondanks enige bezwaren, toch goedgekeurd. . Het was een apart gebied, dat in 1657 ook nog eens doorsneden werd door de aanleg van de Haarlemmertrekvaart. Overduidelijk is het bijzonder kronkelig patroon van wegen en wateringen in deze polder. De polder was in 1904 329 ha groot. . In sommige geschriften spreekt men ook van de naam Zelden van Pas maar het vermoeden bestaat dat deze naam betrekking had op een molen bij de grote Westeinder polder. . Een van de voorlopers van deze polder was in het verleden genaamd: 'Bandijk'. In 1741 duikt steeds de naam op van 'Bankkijker' molen, 'Bankkijkerpoldermolen' en 'Bankeker' polder. Ook wordt er in 1787 door de secretaris de naam Elsgeestermolen gebruikt. De naam is niet uit te roeien, zelfs in 1978 werd er nogeens geschreven over de 'Bankaik'. . Toen de Haarlemmertrekvaart in 1657 een feit was, werd er een houten koker onderdoor gelegd om de 2 helften van de polder, wat waterstand betreft, op hetzelfde peil te houden. Een eerste aquaduct, alleen niet voor verkeer doch voor water. Dit kunststuk was zo goed gemaakt dat het pas in de 20e eeuw gerepareerd behoefde te worden. Helaas is ooit de koker beschadigd door baggerwerkzaamheden. Nadien werd ter compensatie aan de andere zijde van de Leidsevaart ook een elektrisch gemaal geplaatst. .
Zelden van Pas... Afb.(c) HR In 1689/90 brandde de molen af en werd de polder tijdelijk bemalen door d'Heerspronghs polder in Voorhout en Kleijn Profeijt te Oegstgeest. . Een nieuwe schepradmolen werd vervolgens opgebouwd. In 1841 werden onder leiding van landmeter J. Kros de krimp en de waterloop van de molen geheel vernieuwd. In 1842 werd een wiek door de bliksem getroffen. . Op de grenspolderkaart van 1857 staat de molen ingetekend bij de Haarlemmertrekvaart, hij werd tot 1932 nog gebruikt. .
Afb.(c) RVD Hij werd gesloopt in 1936, maar reeds in 1932 werd overgegaan op mechanische bemaling met schroefpomp. In 1957 werd een electromotor geplaatst. Dat is nu nog de huidige situatie. Het gemaal staat nu ten zuiden van het hek, de molen stond ten noorden van het landbouwhek. . |
[down] | Een luchtfoto (c.1945) van de trekvaart door de Elsgeester Polder | [up] | Afb.(c) DB Een oude foto, welk ik jaren geleden van Dick Breedijk ontving laat goed zien hoe de trekvaart kaarsrecht werd gegraven door de Elsgeester Strandwal. Een frappant detail op deze plaat is de afwezigheid van de N444 bij de huidige Postbrug, de weg loopt nog gewoon langs de trekvaart, langs boerderij Duivenvlugt onder het viaduct van de in 1938 aangelegde A44 Rijksweg heen. Goed is te zien hoe de trekvaart de Elsgeesterpolder in twee helften verdeelde toen de trekvaart werd gegraven werd er een houten tunnel (een 1ste aquaduct!) onder de trekvaart aangebracht die zorgde dat de waterstand in beide polders op hetzelfde niveau bleef. Deze houten tunnel heeft tot 1920 zijn werk gedaan (lees er verder over in collage Postbrug). . Wat ook goed zichtbaar is op deze oude geallieerde luchtfoto uit maart 1945 is de kronkelige sloot, wat vroeger de oude Vliet was de verbinding tussen de Rijn bij Katwijk en de Haarlemmermeer was. De oude Vliet kruist de A44 en de trekvaart en loopt verder langs de Oude Dam in de richting van Marienhaave te Warmond. |
[down] | Kaarsrecht trekvaart richting voorhout | [up] | Rechts boerderij Duivenvlugt van de fam.Bouwmeester, vroeger was dit ook een herberg voor de postkoets naar Haarlem. Kaarsrecht is de trekvaart door de Elsgeesterpolder gegraven richting Voorhout. |
Afb.(c) RVD Voor het jaar 2000 stond deze molen aan het Oegstgeester Kanaal, tussen Oegstgeest en Rijnsburg. Om de molen een betere bestemming te geven, werd besloten de molen in zijn geheel (met reden, zie verder!) te verplaatsen naar de huidige locatie, langs de “Haerlemmer Treck-vaert', tussen Oegstgeest en Voorhout. Daar zal hij beter tot zijn recht komen dan voorheen dacht een ieder, toen hij bijna werd verdrongen door een uitbreiding van Bloemenveiling Flora Holland. .
(in file stilstaan kan ook voordeel opleveren ) Als een der weinigen heeft deze molen het zogenaamde 'windrecht'. Een der redenen waarom de molen in zijn geheel werd verplaatst naar de huidige locatie (zie uitleg bij eerdere afbeelding). . De molen wordt nu nog steeds als reservegemaal ingezet bij hoge waterstand in de Elsgeesterpolder. Daarmee heeft hij een uiterst nuttige functie in de waterhuishouding aldaar. . |
[down] | De walkanten van de trekvaart worden hier hersteld nadat het water hele stukken van de oever heeft weggeslagen | [up] | Afb.(c) HKV Deze mooie plaat van de aanleg van een schoeiing in de 'Leydsche Treck-vaert'
bij Voorhout is slechts een van de vele van de
mooie collectie's die de 'Historische Kring Voorhout' op hun website
hebben staan.
Klik hier om HKV te bezoeken voor meer foto's.
. |
(Ansicht afgestempeld in Amsterdam) Afb.(c) DB |
Afb.(c) RVD Tussen Noordwijk en Voorhout maakt de “Haerlemmer Treck-vaert' een vreemde, bijna haakse knik van 90 graden. Volgens een oude kaart van 1615 is goed te zien dat dit het gevolg is van het feit dat men indertijd bij het graven van de vaart gebruik maakte van bestaande stromen, meertjes en riviertjes. Zo is bij het 'definitieve plan' gedeeltelijk gebruik gemaakt van de Dynsdaeghs Wateryng die evenwijdig liep aan de Hooge wegh te Voorhout. .
Afb.(c) BRE In de scherpe knik van de Haarlemmertrekvaart lag (rechts) voor 1385 de 'burcht Boekenburg' in de collage Voorhout gaan we hier nader op in. |
[down] | De 'knik' in de toch zo strakke trekvaart | [up] | Afb.(c) HHRSR |
Historie Voorhout
[down] | Historie van Voorhout uitgelicht Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD Historici zijn echt niet eensluidend over het jaartal 988. De één spreekt over 989, een ander
over 1064 of zelfs 1083. Feit is wel dat Voorhout of Foranholte toen beschikte over een groot
en weids bebost gebied. Het strekte zich uit van Lisse tot Rijnsburg/Oegstgeest en van Katwijk,
'Noordwijk' tot Sassenheim. Qua oppervlakte kan Voorhout wedijveren met Leiden.
.
Wanneer was er nu voor het eerst sprake van Voorhout? Volgens de evangelische aantekeningen
van de Abdij van Egmond schonken Dick II, één van de Hollandse graven, en zijn gemalin Hildegardt
op 6 mei 988 de kerk van Voorhout aan de abdij. In 1064 zou in een open brief aan keizer Hendrik IV
over een kerk en kapel in Voorhout gesproken worden. De uit tufsteen opgetrokken christelijke kapel
werd toen de Heerlijkheid Foranholte aan het bisdom Utrecht geschonken. Twaalf jaar later werd de
parochie "Vorenholte" bij de abdij beleend. Als dochterkerk behoorde toen ook Sassenheim onder
Voorhout. In latere eeuwen zien we de rollen omgedraaid. In 1083 bevestigde graaf Dick V in Flandria
de scheidingsoorkonden van zijn voorvaderen.
|
Afb.(c) RVD
Het officiële gemeentewapen (een klimmende leeuw van sabel op een zilveren
veld) dateert waarschijnlijk al van de dertiende eeuw. Toen gaf de Graaf van
Holland aan de ambachtsheer van Northge of Northeke ('Noordwijk') het recht alle
stukken met dit wapen te signeren.
.
Het wapen bleef steeds aan het ambacht 'Noordwijk' toegekend. De Hoge Raad van
Adel heeft op 24 juli 1816 namens de Koning bevestigd dat 'Noordwijk' in het
bezit is van dit wapen.
.
Wie geïnteresseerd is in de historie van 'Noordwijk', komt vooral in het centrum
van 'Noordwijk'-Binnen aan zijn trekken. In 1992 is de oude dorpskern aangewezen
als beschermd dorpsgezicht op grond van de Monumentenwet 1988. Veel oude
panden, statige herenhuizen, prachtige gevels, een kruidenwinkeltje en de
eeuwenoude lindebomen in de verschillende straten, verraden een eeuwenlange
welvaart.
De oudste 'Noordwijk'se lindebomen zijn omstreeks 1740 geplant en al in
een vroeg stadium tot snoeilinden gemaakt. Door het snoeien van de linden
verkreeg men in de smalle straten een tunneleffect. De linden worden aan de
huizenkant steeds plat opgesnoeid.
.
Aan de Voorstraat te 'Noordwijk'-Binnen staan veel monumentale panden, waaronder
de uit de vijftiende eeuw daterende kruiskerk met driebeukig schip. In deze
hervormde kerk staan een hardstenen doopvont met vier gebeeldhouwde koppen, een
preekstoel uit het midden van de zeventiende eeuw, een Herenbank uit 1751 en
een marmeren grafmonument van Douza uit 1792. De ingebouwde toren is van 1320.
Op de afbeelding Jonkheer Johan van den Does, Heer van 'Noordwijk', bevelhebber in Leiden gedurende de
Belegering in 1574. Originele kopergravure van Jacobus Houbraken (1698-1789) uit 1760.
.
In 'Noordwijk' aan Zee is een bezoek aan het pand Jan Kroonsplein 4 de moeite
waard. Dit is een museumboerderij, waarin voorwerpen uit de geschiedenis en
folklore van 'Noordwijk' zijn bijeengebracht. .
Op het ESTEC terrein is een (doorlopende) ruimtevaarttentoonstelling. Space Expo is Europa's
eerste grote permanente ruimtevaarttentoonstelling en een bijzondere attractie
in de Randstad. Daarnaast doet Space Expo dienst als bezoekerscentrum van
ESTEC.
. |
(anno april 2006) Afb.(c) RVD |
.
|
[down] | De trekvaart richting Noordwijkerhout, vanaf Noordwijk gezien. | [up] | Afb.(c) RVD |
[down] | Richting Noordwijkerhout passeren we een bollenschuur in Sassenheim | [up] | Afb.(c) JT |
[down] | Leidsevaart, kijkende in richting Noordwijkerhout. | [up] | (achter ons ligt Noordwijk) Afb.(c) RVD |
[down] | In vroegere tijden was dit een wissel- en pleisterplaats voor de trekschuit | [up] | Afb.(c) RVD Alhoewel zeker is dat er een paardenstal aanwezig was op deze pleisterplaats aan de Piet Gijsen brug bestaat toch het vermoeden dat het ging om paarden voor de diligence en NIET voor die van de trekschuitdienst. De enige wissel t.b.v. de trekschuit bevondt zich immers in Halfwegen bij Lisse, zo is a.d.h.v. oude geschriften nu vast komen te staan! Het huidige Hotel Restaurant Hillary's is, naar waarschijnlijkheid niet het oorspronkelijke historische gebouw ook van de toenmalige paardenstal is heden ten dage niets meer te vinden. Overigens blijft dit een markant punt in de hele trekvaart route. . |
[down] | De 'Leydsche Treck-vaert' gezien vanaf de brug. | [up] | Afb.(c) DB |
BUURTFEEST OP DE LEIDSEVAART
Bewoners van diverse (trek)schuiten aan de Leidsevaart in 'Noordwijkerhout
organiseren een spetterend:
.
BUURTFEEST LEIDSEVAART 350 JAAR
op zaterdag 25 augustus 2007. .
De daginvulling was als het volgt, de
dag openen met een brunch zodat we een
officiële start kunnen maken met elkaar. Ten aanzien van de activiteiten
denken we aan een zeskamp, een boottocht in en om het (jarige) water,
bijvoorbeeld
sprietlopen, zakslaan en waterfiets races. Ook voor de
kinderen worden activiteiten worden georganiseerd, daarom (ws) buurtbewoners
vermeld
op de inschrijfbon de namen en leeftijd van uw kinderen. Uiteraard zullen we
de avond afsluiten met een BBQ.
.
Lees hier over: organisatie
Email organisator: Monique van der
Plas
| |
[down] | Hoge- (westzijde) en Lageveense molen (oostzijde) tussen Lisse en Noordwijkerhout | [up] | Afb.(c) RVD . Deze molen met rood-wit geschilderd bovenhuis dateert uit 1890. De oorspronkelijke kleine molen ter bemaling van de Lageveense polder stond eerst ergens anders aan de 'Leydsche Treck-vaert', maar werd in 1842 verplaatst door de aanleg van de spoorbaan. . |
[down] | Trekvaart langs Hooge- en Lageveense molen | [up] | de Lageveensemolen werd verplaatst door het graven van de trekvaart Afb.(c) HHRSR Door de scheiding die het graven van de trekvaart teweeg bracht werd er een molen verplaatst (ten oosten van de trekvaart). De verplaatste molen (Lageveense polder) werd nadien, in 1852 opnieuw verplaatst t.b.v. de komst van de spoorweg Leiden - Haarlem. Op de kaart uit 1656 ziet u beide molens nog op hun oorspronkelijke plaatst gesitueerd. |
[down] | Trekvaart vervult moerasfunctie bij Noordwijkerhout | [up] | Afb.(c) RVD De ruimte tussen spoorlijn en trekvaart bij Noordwijkerhout geeft een 'moerasachtige' indruk tegenwoordig. Waren hier vroeger volkstuintjes gelegen, tegenwoordig heeft de ruimte een nuttige toepassing gekregen, tevens als extra wateropslag bij overvloedige regenval. . Nog steeds vervult de trekvaart een zeer belangrijke hoofdrol in de waterhuishouding van de Bollenstreek. Juist door het sterk veranderende klimaat in deze tegenwoordige tijd er veel meer regen valt dan voorheen, zorgt de trekvaart ervoor dat het overtollige regenwater snel uit de Bollenstreek wordt afgevoerd, wat de productie van bollen e.d. zeer ten goede komt. . Mede hierdoor heeft de trekvaart o.a. in de omgeving van Noordwijkerhout sedert 2004 een zogenaamde moerasfunctie gekregen (tussen vaart en spoorlijn) die enerzijds is bedoeld als waterreservoir bij hevige regenval, anderzijds biedt het (zeldzame) vogelsoorten een broedplaats bij uitstek. |
Historie Noordwijkerhout
[down] | Noordwijkerhout en zijn geschiedenis Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD De geschiedenis van Noordwijkerhout gaat evenals die van andere plaatsen in de bollenstreek terug tot in
de grijze oudheid. Uit gevonden gebruiksvoorwerpen van het afgezande gebied tussen de Ruigenhoek
en de psychiatrische inrichting “Sancta Maria” blijkt, dat de eerste
bewoners van ver voor onze jaartelling verbleven op het smalle gebied tussen de Noordzee en het
moerassige binnenland, het Langeveld, dat thans ook als het Langeveld bekend staat.
.
Toen de Romeinen in ons land kwamen, werd deze streek, zoals blijkt uit geschriften van Julius Caesar
en Tacitus, bevolkt door een Germaanse stam, die zij Caninefaten noemden. Op 4 augustus 889 ontving
graaf Gerolf een giftbrief van de koning van Lotharingen, dat hij werd beleend
met de ambachtsheerlijkheid Northgo, d.i. “gouw ten noorden” van den Rijn. Vandaar ging een weg naar
den grooten Hout. Later ontstond bij het jachthuis het dorp Noortigerhout. In de stukken komen ook de benamingen
Noirtigerhout en Nortekerhout voor. Na de dood van graaf Gerolf werd zijn zoon Dick I de nieuwe eigenaar.
.
In 1231 vond er een goederenverdeling plaats tussen Wilhelmus en Gerardus fratres de Northeke. De
ene zoon kreeg Nortich, het huidige 'Noordwijk', en de andere Nortich in den Houte, Noordwijkerhout. Het
zogenoemde ambacht Noordwijkerhout bleef tot ca. 1356 (of tot ca. 1370) in bezit van het geslacht van
Northeke, waarna het uiteindelijk verkocht werd aan de van Duvenvoirde´s. Deze hebben het tot 1558 in
leen gehouden, waarna het weer aan de grafelijkheid verviel. Volgens een verdrag uit 1434 is Noordwijkerhout
met Hillegom, Lisse en Voorhout een zelfstandig baljuwschap geworden. In 1722 werd het door de Staten
van Holland en West-Friesland voor ƒ 6.600 aan Simon Emtinck verkocht “zonder recht van Hooge Heerlijkheid”.
.
Volgens een kroniek werd Noordwijkerhout, waartoe ook De Zilk behoorde, beschouwd als de hoofdplaats van
het baljuwschap, omdat daar de criminele misdadigers werden berecht. Uit archiefstukken blijkt, dat Hillegom, Lisse
en Voorhout na 1588 als onderdorpen van Noordwijkerhout werden beschouwd (lees verder in de collage).
Volgens bron L.D. is er mogelijk een fusie ophanden van de drie gemeentes,
Noordwijkerhout, Hillegom en Lisse.
|
Afb.(c) RVD DE GESCHIEDENIS VAN DE TREKVAART HAARLEM - LEIDEN BEGON IN HALFWEG BIJ LISSE, HIER WERD IN 1656 EEN EERSTE PAAL GESLAGEN DIE HET BEGIN IN LUIDDE VAN EEN EEUWENLANGE TREKSCHUITENDIENST TUSSEN LEIDEN EN HAARLEM. EEN GRANIETEN KOPIE VAN DE BEWUSTE PAAL (1820) STAAT NOG STEEDS TE BEZICHOME TRAINERIGEN OP DE HOEK VAN DE 'CROMME VAERT' EN TREKVAART. DE PAAL MARKEERDE DE GRENS TUSSEN DE GEMEENTEN LEIDEN EN HAARLEM. IN ACHOME TRAINER GENOMEN DE TIJD WAARIN BEGONNEN WERD MET HET GRAVEN (SEPTEMBER 1656) EN HET MOMENT WAAROP DE EERSTE TREKSCHUIT VERTROK (1 NOVEMBER 1657) KUN JE CONCLUDEREN DAT HET WERK, WAT TEVOREN OPGEDEELD WERD IN WEL 49 STUKKEN VAN ELK 377 METER, HEEL SNEL IS GEKLAARD. DAT WAS HET GEVOLG VAN HET FEIT, DAT MEN GELIJKTIJDIG AAN ALLE STUKKEN TEGELIJK BEGON, EN DAT ER GEBRUIK GEMAAKT WERD VAN REEDS AANWEZIGE RIVIEREN ('DIE MAERN') EN DIVERSEN WETERINGEN (BIJV. DE DINSDAGSE WETERING BIJ VOORHOUT AANSLUITEND OP DE VOORHOUTER WETERING, OOK GENOEMD IN 1636 ''DE ZWET''). DE TREKVAART WERD 28,5 KM LANG EN DE BREEDTE WERD TUSSEN DE 15- EN 20 METER. DE DIEPTE BEDROEG CIRCA 1,90 METER. . |
Afb.(c) HHRSR Goed is nog op deze plankaart uit 1656 te zien waar de oorspronkelijke wegen en watertjes precies lagen, de trekvaart is deels gegraven, deels over bestaande weteringen geprojecteert, dat verklaart tevens waarom het graven ervan slechts enkele maanden duurde. |
[down] | Brug (Delfweg) tussen NwHout en Lisse. | [up] | Afb.(c) RVD De trekvaart vervolgd vanaf Lisse zijn loop als 'Leydsche Treck-vaert'. Foto van de brug in noordelijke richting genomen. Mogelijkerwijs bevond Café Spoorzicht zich hier aan de linkerzijde, volgens tekeningen uit archieven. . Aangezien op andere oude prenten er nog een groot gebouw met een verdieping, ernaast (links) lag, zou dat heel goed het veelbesproken 'Veerhuis' geweest kunnen zijn, met ernaast het Café Spoorzicht. . |
Afb.(c) RVD Op de hoek van de “Cromme Vaert bewesten Lis omtrent een hondt en vijftigh roede besuyden Den Delff” werd een paal van elzenhout in de grond gestoken. Als eerste baken in het landschap ging deze paal het 'Halfscheyd ' markeren. . Voor wie het niet herkend rechts de brug over de 'Leydsche Treck-vaert' bij Halfweg te Lisse, de 'Cromme Vaert' links. Op de afbeelding staan de twee namen van de Heeren van der Walle en Gerstecoren vertegenwoordigers van de gemeenten 'Leyden ende Harlemum'. . |
[down] | Brug bij Lisse vanaf het water (c.2007) | [up] | Afb.(c) RVD |
Exacte locatie Huys Halfwegen.
[down] | Exacte locatie Huys Halfwegen op de kaart. | [up] | Afb.(c) HHRSR De exacte locatie van het (afgebroken) Huys Halfwegen is aan de 'Leydsche Treck-vaert', pal naast de brug in de Delfweg. Op deze kaart (u kunt erop klikken voor een groter exemplaar) is de locatie van 'Huys Halfwegen' duidelijk waarneembaar. Op deze kaart is nog geen spoor te vinden van het (waarschijnlijke) Veerhuis , aan de noordzijde van de brug over de Leidsevaart. Dit werd dus duidelijk later dan op deze kaart, gebouwd. Wat wel duidelijk aanwezig is de buitenplaats Sixenburch, net ten zuiden van de 'Cromme Vaert' , waar nu nog de stenen paal ter afscheiding van de steden Haarlem en Leiden te vinden is. . |
Afb.(c) JT |
(Halfweg - Lisse) Afb.(c) WB Menig historicus heeft zich met dit schilderij al bezig gehouden. Vele meningen zijn het gevolg maar de werkelijkheid is natuurlijk dat NIEMAND precies weet hoe het zit met dit mooie (fantasie?) plaatje. Zou het toch in Halfweg (Haarlemmerliede) thuishoren waar het uiteindelijk (nog steeds) in het gemeentehuis hangt? Of is het toch een weergave van Halfweg(en) in Lisse waar de VOO heilig van overtuigt is. Inmiddels volgen de feiten zich in rap tempo op over dit kunstwerk, dat komt mede doordat weinigen genoegen nemen met de reeds gepubliceerde meningen. De redactie van Leidsevaart.nl sluit zich daar graag bij aan en is reeds begonnen met een technische analyse van dit wonderschone kunstwerk. Dat dit plaatje in 'werkelijkheid' in Heemstede thuis hoort daar is inmiddels een ieder van overtuigd. Maar de plaat zelf roept vele vragen op, we noemen er enkele. De boot lijkt op het water te staan i.p.v. erin te drijven (mede gezien het aantal personen aan boord). De brug, hoort die wel thuis op dit schilderij? Het witte hek, is dat wel echt een tolhek of is het nadien erbij geschildert? Het tolhuis zelf roept ook vragen op. . Er is ook een zwart/wit plaat van dit schilderij, vreemd genoeg ontbreekt daarop de brug. Het vermoeden bestaat dat de schilder verscheidene versies van dit onderwerp heeft geschildert. (Redactie historieleidsevaart.nl) |
[down] | Waar voorheen het oude Cafe stond bij Halfweg ligt nu het bedrijf Langeveld | [up] | (links ten N.O. van de brug in de 'den Delffwegh'- Lisse) Afb.(c) RVD |
Historie 'Lisse & Halfwegen'
[down] | Hier begon het verhaal van de trekvaart Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD De strandwal waarop Lisse is gebouwd, ontstond ongeveer 5000 jaar geleden. Hierop vormden zich weer de 'Oude duinen'. Deze duinen zijn nog te vinden bij de Keukenhof en het duin van Wassergeest (Reigerbos). Aan de oostzijde liepen die duinen af in een uitgestrekt moerasbos met plassen, poelen en veengronden, waar later de Haarlemmermeer ontstond. Uit opgravingen is gebleken dat deze streek al vroeg werd bewoond. Bij 't Huys Dever is o.a. een bijltje gevonden uit de Nieuwe Steentijd (omstreeks 2300 voor Chr.), behorende tot de Vlaardingencultuur. . Het Huys Dever is een Ridderhofstede uit 1375. Gebouwd op de oostelijke rand van de Lisser strandwal waar de Oude Heereweg op ligt. Vroeger bestond het complex uit een hoefijzervormige woontoren (donjon) en een plein (de voorhof), met daaromheen een gracht. In de 17e eeuw is er een Portierwachterswoning bijgebouwd. Tot ca. 1750 werd Dever bewoond, maar daarna kwam het huis leeg te staan. Er vonden verschillende wijzigingen plaats aan het gebouw, maar het raakte later toch in verval. In 1949 kwam de ruïne in bezit van de gemeente Lisse. De Stichting Dever heeft zich in 1963 het lot van de ruïne aangetrokken en uiteindelijk werd in 1973 gestart met de renovatie van de halfronde toren. Inmiddels is ook de oorspronkelijke gracht weer deels uitgegraven. In het museum in de toren is een expositie over de geschiedenis van 't Huys Dever, met o.a. aardewerk, porselein en glaswerk. . |
[down] | De Noorder Leidsche trekvaart in beeld | [up] | (tussen Lisse en de pontonbrug) Afb.(c) RVD |
[down] | Hier buigt de spoorlijn weer weg van de trekvaart, net voor Hillegom | [up] | Afb.(c) RVD |
(het Leidse Meer, nu Haarlemmermeerpolder) Afb.(c) HHRSL |
[down] | Obstakel door de pontonbrug bij Lisse | Afb.(c) RVD . |
Afb.(c) RVD |
(de foto werd genomen vanaf de pontonbrug) Afb.(c) RVD |
[down] | Kalkovensbrug over de Leidsevaart bij Hillegom (c.1964). | [up] | Afb.(c) RVD |
Historie van Hillegom Circa 10.000-12.000 jaar geleden eindigde de laatste ijstijd. Noord Europa was voor een groot deel met een ijskap bedekt en
de kustlijn lag ongeveer waar nu de Doggersbank ligt. De temperatuur ging stijgen en langzaam begon de ijskap te smelten en de
zeespiegel te stijgen. Circa 5.000 jaar later was het zeewater tot onze streek genaderd. Voor onze kust werden strandwallen
gevormd, die van noordoost naar zuidwest liepen met daartussen lager gelegen gebieden, strandvlakten. .
De Rijn stroomde tussen de huidige plaatsen Katwijk en 'Noordwijk' in zee. Aanvankelijk bleef tussen de strandwallen en in de
delta van de Rijn nog water en de zee had vrij toegang tot dit gebied, maar allengs ontstond er op de strandwallen begroeiing en
ook het water veranderde eerst in een moeras, later in een veengebied. .
Op de meest oostelijke strandwal is Hillegom ontstaan, waar de Hillegommerbeek de oostelijke wel op de strandwal kruiste. Van
de bewoning op onze strandwal zijn weinig vondsten bekend. Toch is er uit het gebied rond Hillegom wel iets uit de prehistorie
gevonden, zoals in 1897 en 1927 op de gronden van Veenenburg achter de huidige steenfabriek, waar werktuigen van hertenhoorn,
vuursteen, brons en een klokbeker, alles stammend uit het laat-Neoliticum, werden gevonden. Een gedeelte hiervan is nu
ondergebracht in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden. .
Na de Romeinse tijd ontstonden de jonge duinen en omstreeks het jaar 1000 slibde de monding van de Rijn dicht en zo ontstond
er in de hele Rijndelta een groot moeras en bosgebied, we vinden dat nog terug in de plaatsnamen Zoeterwoude, Hazerswoude, enz.
Onder invloed van transgressie perioden keerde de zee nog enkele keren terug. Zo kwam er langzamerhand wat tekening in ons gebied.
.
Toen Willibrord in 695 in onze streken de kerstening begon, stichtte hij ook enkele kerken, maar daaronder vinden we nog geen
kapel in Hillegom. In zijn boek Kerkgeschiedenis van Hillegom vermeldt Braakhekke dat de Abdij van Egmond in 1150 het
collatierecht had van de kapel van Hillegom. Het collatierecht wil zeggen dat men het recht heeft de pastoor te benoemen en als
er een pastoor benoemd wordt is er een kerk of kapel en zijn er mensen die daar ter kerke gaan.
.
Dit hebben we nog niet bevestigd gevonden. Plaatsen die de uitgang “Heim” hebben of een afleiding daarvan stammen meestal van
voor het jaar 1000, genoemd worden dan o.a. Sassenheim en Hillegom. Van Sassenheim is wel bekend dat het zo oud is, maar
Hillegom….nee, nog steeds geen zekerheid.
. De eerste maal dat de naam 't Huys te Hillegom - een oude naam voor 't Hof - verschijnt, is in het jaar 1420, maar waarschijnlijk is het al wel veel ouder.
In de jaren 1343 tot omstreeks 1348 blijkt Hillegom de plaats te zijn 'Mijns Heeren Rade' bijeen kwam. Hier kwam de graaf of zijn gevolmachtigde met de machtigste edelen in den lande tezamen om de belangen van het graafschap te bespreken.
.
In 1481 is het oude Hof in vlammen opgegaan. De eigenaar, Jan van Rietvelt, was Procureur-Generaal van
het Hof van Holland en had enige lieden verbannen uit het graafschap. Een van hen heeft daarop het huis in brand gestoken (of
doen steken).
. |
[down] | De blauwe ader door de bollenstreek H i l l e g o m | [up] | Afb.(c) JT |
[down] | De bouw (c.1933) van de Kalkovensbrug over de Leidsevaart | [up] | (met dank aan Marca Bultink) Afb.(c) AGODZ |
[down] | Noorder Leidsche Trekvaart bij Vogelenzang. | [up] | Afb.(c) RVD Eenmaal voorbij Hillegom, gaande in de richting van Vogelenzang, wijzigt de naam 'Leydsche Treck-vaert' zich in 'Noorder Leidsche Trekvaart'. Overigens heette dit gedeelte Leidsevaart vroeger geheel anders: op oude kaarten komen we de naam: Vaert van Leyde op Haerlem tegen. Deze naam behield de trekvaart tot aan bij Vogelenzang, langs de 'Hooge Veenen' heen. . |
[down] | Wellicht het moeilijkste gedeelte van de te graven trekvaart. | [up] | Afb.(c) HHRSR Reeds in september 1656 is men begonnen aan het uitgraven van de 1225 meter lange strandwal bij Vogelenzang. Op deze plaats doorkruiste de trekvaart, evenals tussen Oegstgeest en Voorhout een extra hoge zandduin. Hier werden meters zand verplaatst, terwijl de rest van de trekvaart eigenlijk alleen maar door veen en moeraspoelen heen moest worden gegraven en deels over bestaande wateringen werd geprojecteerd. Men begon, waar nu de Bartenbrug ligt in aansluiting met de reeds bestaande 'Veen Watering'. Het was denken wij, ook niet geheel toevallig dat deze plaats werd gebruikt. Hier grensde namelijk bijna de (noordelijke) gemeentegrens van Hillegom aan het gebied van de buurtgemeentes Bennebroek en Vogelenzang. . |
(insteek: Het 'Bollenland' gezien vanaf de Bartenbrug.) Afb.(c) RVD |
Boerderij van 's Gravenmade bij de Bartenbrug over de Leidsevaart op de grens van Hillegom en de Vogelenzang. Aquarel met pen in zwart en penseel in kleuren van W.Horstink, 1795. Afb.(c) NHA Met dank aan Gerard Schrama |
Afb.(c) BRE Het verdwenen cafe Bart van Schoten lag westelijk van de Bartenbrug, gemeente Hillegom. Vlak daarna begint het gebied van Vogelenzang weer, als men de Vogelenzangse Watering gepasseerd is.
Aan de zuid-oostelijke kant van de Bartenbrug ligt echter nog altijd het huisje van Kieft. Daar zouden vroeger t.b.v. de trekschuitdienst de paarden verwisseld zijn.
. |
Afb.(c) JT |
Afb.(c) HHRSR Voorbij Lisse/Hillegom werd de trekvaart aangesloten op “de Veen(se) Watering”, die op zijn beurt aansloot op “de Voogelesanger Vaert”, vervolgens ging men door de 1225 lange strandwal heen (Gemeente grens met Hillegom - Heemstede) bij Vogelenzang. Dit was best wel een grote opgave want hier moest met dwars door de strandwal heen graven, er werd dan ook reeds in 1656 begonnen met dit werk terwijl voor de andere kavels nog een inschrijving op gang moest komen! |
Historie herberg 'de Witte Hond'
[down] | Buurtcafe / pleisterplaats 'de Witte Hond'. | [up] | Afb.(c) Bispinck (Prov.Atlas N-H, 42-8728 "De Witte Hond" in Vogelenzang is voor het eerst vermeld in 1769 in een
pachtovereenkomst. Het bestond uit een huis en erve, mitsgaders een
schuurtje, een tuin en een boomgaard, groot 200 roeden.
In de tijd dat door de Leidsche Trekvaart nog een trekschuitendienst werd
uitgevoerd vervulde het café de taak van pleisterplaats voor mens en paard.
Rond 1860 werd deze trekschuitdienst
opgeheven en "de Witte Hond' werd een gezellig buurtcafé. De laatste
uitbater, Dirk Klinkenberg is nadien gestorven en zijn weduwe Jans
Klinkenberg-Weijers hield er toen al snel mee op.
Nadien (1898?) werd het door vererving eigendom van het 'armenbestuur' van
de R.K. kerk die situatie bleef tot 1918 bestaan.
.

[down] | Kaart van locatie "de Witte Hond" nu... | [up] |
Nu staan daar de vier “Ruigrok” woningen, adres Vogelenzangseweg 177/183. Dit punt, waar de
wegen Leidsevaart en Vogelenzangseweg tezamen komen, heet in de volksmond nog altijd: De Witte Hond.
.
|
[down] | De Traliebrug bij Vogelenzang (c.1906) | [up] | Afb.(c) NHA .
Afb.(c) RAL |
Historie Vogelenzang
[down] | Vogelenzang, hoog op de strandwal Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD Vogelenzang is ontstaan als deel-ambachtsheerlijkheden van Bloemendaal, mede samen met Tetterode en AelBertsberg (nu Bloemendaal geheten). De naam heerlijkheid is als volgt te verklaren, in de Graventijd (12e-14e eeuw) probeerde men gronden en moerassen te ontginnen voor landbouw en veeteelt. Deze ontginning werd ook roding (rooien van bossen) genoemd. De uitgang 'rode' komt in verschillende benamingen in de gemeente voor. Het uit de duinen vloeiende water werd afgevoerd via natuurlijke weg - beken - en door gegraven sloten en vaarten (Delft, Houtvaart) naar Spaarne, Rijn of Wijkermeer. . Er ontstonden daardoor grote rechthoekige stukken grond, die door de graaf in leen werden gegeven aan een 'heer'. Zo ontstond een 'heerlijkheid', waarop een hoeve werd gebouwd. AelBertsberg en Vogelenzang kwamen tezamen met Tetterode in handen van de heren van Brederode. Brederode is gelegen in de gemeente Velsen en is slechts als ruïne overgebleven. Het kasteel zou omstreeks 920 zijn gebouwd. Brederode was een belangrijk familielid van de graaf van Holland. . Het huis AelBertsberg, gelegen nabij het meertje van Caprera, werd waarschijnlijk gesticht door de Hollandse graaf Floris II in de 12e eeuw. Het was een huis waar de graaf van tijd tot tijd verbleef. De naam van het huis is ontleend aan de christenprediker AdelBert, die in Kennemerland het evangelie predikte. Later, in de 16e eeuw, noemde men het huis 't Huys te Blommendael (Bloemendaal), afgeleid van de familie Van Bloemendaal, die te AelBertsberg woonde. De naam Bloemendaal wordt in die tijd voor het eerst gebruikt. In vitrines in de gang van het souterrain van het gemeentehuis zijn opgegraven voorwerpen van AelBertsberg tentoongesteld. . De naam Tetterode of Tetrode dateert waarschijnlijk al uit de 13e eeuw, aangezien de meeste rode-namen, die op het kappen of rooien van bomen wijzen, uit die tijd stammen. Het moet gelegen hebben ten zuidwesten van de tegenwoordige kom van Overveen. Het is onbekend of er een kasteel of hofstede heeft gestaan. Leden van het geslacht Tetrode woonden in Haarlem. Als wapen voerden zij een schild van sabel (zwart) met drie zilveren plompenbladeren, waaraan het huidige gemeentewapen van Bloemendaal is ontleend. . De naam Aerdenhout komt van 'anderen hout' ter onderscheiding van de Haarlemmer Hout. Vanaf de 16e eeuw is er sprake van de Ander-Hout, Anderhout en Aerdenhout. Dit gebied behoorde ook tot de jachtterreinen van de Brederode's. Een ander gebouw gesticht door Floris V was 't Huys te Vogelesang. Vogelenzang was vroeger een gedeelte van Den Hout, het grote bos dat zich tussen Alkmaar en Sassenheim uitstrekte. Hier bouwde Floris V een jachthuis waar hij met zijn heren en ridders vertoefde om te jagen. Van dit gebouw zijn in de nabijheid van het tegenwoordige Huis te Vogelenzang steenmoppen in de grond gevonden. Uit opgravingen meent men dat in de brons- of ijzertijd (2000 jaar vóór Christus) tussen Overveen en Aerdenhout mensen hebben gewoond. In de Romeinse tijd woonden hier de Kaninefaten. Daarna Saksen en Friezen. Ook zijn er Noormannen in deze streek geweest. Omstreeks 870 na Christus regeerden twee Noormannen als vorsten over de duinstreek. Eén heette Rorik. Het Rockaertsduin (tegenwoordig de Blinkert) zou naar hem zijn genoemd. Bij deze duintop zou ook de eerste nederzetting in de gemeente Bloemendaal ontstaan zijn, genaamd Rockaes. . De gemeente Bloemendaal is bekend om haar vele buitenplaatsen en landgoederen, zoals Vogelenzang, Woestduin, Vinkenduin, Leyduin, Boekenrode, Elswout, Saxenburg, Hartenlust, Zomerzorg, Duin en Daal, Wildhoef, Veen en Duin, Sparrenheuvel, De Rijp, De Beek, Buytentwist, Duinzigt, Vaart en Duin, Elswoutshoek. |
Afb.(c) JT Een oude foto uit het album van een onzer inzendsters geeft goed de situatie weer van de Leidsevaartweg langs de Leidsevaart in Vogelenzang, richting Bennebroek. Achter ons ligt (nu) de houten brug en het station. . |
Afb.(c) JT Of de persoon op deze afbeelding van een fietser inderdaad de overgrootvader is van Wil van Elk blijft vooralsnog onduidelijk. wat zeker is, dat de brug op de afbeelding de 'Centenbrug' is bij Bennebroek / Vogelenzang en het water de Leidsevaart. . |
Afb.(c) RVD .
(over de brug lag het Veerhuisje) Afb.(c) BRE .
[down] | Het huidige huis op de plaats van het oude Veerhuis | [up] | Afb.(c) BRE De 'Centenbrug' is gebouwd omdat men onafhankelijk wilde zijn van een 'overzet' nadat de 'Leydsche Treck-vaert' was aangelegd. Jonkheer Barnaert van Huize Bennebroek (althans, een van zijn voorouders) heeft de brug laten bouwen omdat hij, na het openen van de Leidsche vaert afhankelijk was van een veer. De eigenaar van de snackbar weet ook niet echt iets te vertellen over het toch wel zeer oude pand. Ook elders wordt gesproken over de verblijfplaats (herberg ?) van arbeiders tijdens het werk (graafwerk met de schop door de strandwal). Bij een der huizen aan de Herenweg, dat ook op een strandwal gebouwd is, ligt een 'ijskelder' in de tuin. De ijskelder verkeerd helaas niet meer in originele staat aangezien in de oorlog door ontmanteling de turf eruit is gesloopt t.b.v. o.a. het personeel. . |
Aan het eind van het Zwarte Pad, nu Zwarteweg geheten, in Bennebroek vlak voor de Centenbrug was vroeger een 'overzetje', een veerhuis met overzet naar andere zijde (Vogelenzang). Hier was een aanlegplaats voor de trekschuit en een een wachthuisje/halteplaats. Dat huisje heette in de volksmond 'Bennebroeker huisje'. Voor zover mij bekend was hier echter geen tapnering gevestigd. .
|
(tussen Centenbrug en Manpadtlaan) Afb.(c) RVD |
Afb.(c) RVD |
Afb.(c) JT |
[down] | Kleur en pracht in bollen bij Bennebroek (pensionaat 't Heilig Hart) | [up] | Afb.(c) JT |
(Met dank aan G.Teeken) Afb.(c) GT De eerste 'heer van Bennebroek' werd mr. Adriaan Pauw. Hij was
degene die het 'Huis te Bennebroek' voor zich liet bouwen. De
architekt Floris Gerritsz Trompert maakte het ontwerp. In 1679
kocht Paauw er nog terrein bij om oa. de vijvers te laten aanleggen.
.
In 1973 werd het 'huis te Bennebroek' gesloopt en
vervangen door moderne serviceflats, die nog wel de naam 'Huis
te Bennebroek' kregen.
Het oorspronkelijk in 1659 ontworpen huis, wat tussen 1860 en 1864 ingrijpend werd verbouwd
door Elias Saraber (die ook kasteel Poelgeest verbouwde) werd tussen 1951 en 1953 op uitdrukkelijke wens van
de (laatste) bewoonster, Mw. J.M.Nutges-Willink verbouwd tot rusthuis.
|
Afb.(c) JT |
Afb.(c) RVD Niets op deze plaat herinnert nog aan vroeger, toen de linkeroever nog bebouwd was met o.a. het 'Oude café'. Toen nog het geschreeuw van bootslui hoorbaar was bij deze historische wisselplaats. In deze moderne tijd is er geen plaats meer voor de 'trekschuit', jammer. . |
[down] | Pensionaat 't Heilig Hart - Bennebroek | [up] | Afb.(c) JT |
[down] | Het Café aan de 'Leydsche Treck-vaert' bij 't Manpadt. | [up] | Afb.(c) AC De personen op de foto zijn mijn Overgrootvader, de Overgrootmoeder en Grootmoeder.Mijn Moeder is hier geboren in het jaar 1924, aldus Anneke C. . .
Afb.(c) AC Het Café lag aan de Leidsevaart op de plek waar nu het fietspad ligt voor de brug over de vaart richting Manpadslaan. Het heeft in vroegere tijden gediend o.a. als wachtplaats voor reizigers per trekschuit. Of er ook van paard werd gewisseld is niet bekend, evenwel mogelijk. De Leidse Trekvaart ligt rechtsonder. . .
[down] | Manpadsbrug over de Leidsevaart c.1903. | [up] | Afb.(c) AC Het betreft alle audentieke foto's die hier zijn weergegeven, aldus Anneke. Op deze afbeelding mijn Grootvader die met de hondekar op weg ging naar zijn leverancier. . |
[down] | Een afbeelding van de aanleg van de nieuwe brug bij het Manpadt | [up] | Afb.(c) MVB |
Afb.(c) HK Brug bij Huys te Manpadt (ten dele fantasie), gravure naar tekening van Job van Meek'ren (Amsterdam, c.1650). Groots ligt rechts het Huys te Manpadt, ooit bewoond door Jacob van Lennep. . |
Historie Manpadt
[down] | Wat deed Alva bij het Manpadt? Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD Het landgoed 'Huis te Manpadt' ligt aan de Herenweg tussen Heemstede en Bennebroek en is circa 7 ha groot. Haar naam dankt zij aan de ligging naast de Manpadslaan, die bekend is van de Slag bij 't Manpadt (1304 en 1573). Er werd in 1640 voor het eerst gesproken over een 't Huys te Manpadt. Het huis dateert van 1723 maar is daarna meerdere keren verbouwd. Het landgoed grenst aan de 'Leydsche Treck-Vaert'. Deze trekvaart tussen Haarlem en Leiden werd door de eerste eigenaren, de familie Van Lennep, gebruikt door in de zomer per trekschuit vanuit Amsterdam naar deze buitenplaats te gaan. Het grote huis wordt geflankeerd door twee koetshuizen. De 'voortuin' van het huis wordt gedomineerd door grote lindebomen, die helaas in een slechte staat verkeren. In het voorjaar bloeit hier het Haarlems Klokkenspel, een bijzondere stinzenplant. Het park is aangelegd volgens de franse landschapsstijl, is later echter veranderd volgens de toenmalige engelse normen. Het landgoed ligt niet op de strandwal maar op de venige strandvlakte. |
[down] | De Amstelbrug bij Heemstede oogst veel bewondering. | [up] | (Geheel rechts: Brigitte Rink) Afb.(c) RVD .
[down] | De railing is doorzichtig en dubbelzinnig uitgevoerd. | [up] | Afb.(c) RVD .
[down] | Het monumentale Pompstation / Laboratorium aan de Leidsevaart. | [up] | Afb.(c) RVD Het waterwinbedrijf en het pompstation danken hun bestaan min of meer aan de familie van Lennep, die het (buiten) huis te Manpadt
bewoonden in de 19e eeuw. Het zal omstreeks 1837 geweest zijn, dat zij op het idee kwamen het tot dan toe steeds zinloos wegstromende
duinwater op een betere manier te benutten, zodanig dat het als drinkwater voor de Stadt Amsterdam (en omgeving) kon dienen. .
Met behulp van Engelse Ingenieurs wordt er een groot reservoir gegraven in de strandwal, pijpleidingen naar Amsterdam aangelegd
en enige jaren daarna kan het pompen beginnen.
Nadien wordt er ook een laboratorium aangelegd om de kwaliteit van het water constant te kunnen controleren.
Nog altijd staat het laboratorium zeer decoratief te pronken naast de 'Leydsche Treck-vaert', nabij de mooie Amstelbrug. Het bedrijf is
gevestigd op locatie, gelegen tussen Vogelenzang en Heemstede.
Openingstijden Eerste waterleidingpompstation van Nederland, gebouwd 1853 Waternet Amsterdam opent het monumentale pompstation aan de Leidsevaart, Heemstede, elk eerste weekend van de maand, zaterdag en zondag open van 10.00 - 16.00 uur. . |
[down] | Prachtige bollenvelden, bijna landelijk nabij de Kerklaan te Heemstede | [up] | Afb.(c) JT |
[down] | De 'Leydsche Treck-vaert' bij Heemstede. | [up] | Afb.(c) RVD Op een van onze laatste verkenningstochten in november 2006 maakten we deze foto, in de verte is Haarlem al zichtbaar, met name de Zandvoortselaan ( hier in Heemstede ) doemt al op in de verte. . |
[down] | Het tolhek aan Heemsteedse zijde, links de Zandvoortsebrug | [up] | Afb.(c) NHA |
Afb.(c) GOIBT |
Afb.(c) HR Op deze foto ziet u het 'Tol-heck' nog op de oude gesitueerde plaats aanwezig, de foto dateert van 1925. Nadien is het hek verplaatst naar het tennispark. . De gemeente Heemstede is voortgekomen uit de Heerlijkheid Heemstede.
Voor het ontstaan van
de Heerlijkheid Heemstede moeten we teruggaan tot de 13e eeuw. Omstreeks
1290
vestigde een telg uit het adellijk geslacht van Holy (nabij Vlaardingen)
zich aan het
Spaarne. Hij bouwde een kasteel en werd door graaf Floris V met Heemstede
beleend. .
Diverse schenkingen en aankopen vormden uiteindelijk het grondgebied
van de Heerlijkheid Heemstede. Dat omvatte het
gebied van de tegenwoordige gemeenten Heemstede (tot en met Den Hout) en
Bennebroek. De
aanwezigheid van een slot buiten de muren van Haarlem vormt waarschijnlijk
de aanleiding
dat men zich in de nabijheid van dat slot ging vestigen. Daardoor ontstond
van lieverlee
een dorpskern met als middelpunt een kapel (1345). .
In 1494 telt de Heerlijkheid Heemstede 65 haardsteden (in 1466 was een
deel van de Heerlijkheid als een afzonderlijke Heerlijkheid "Berkenrode"
afgescheiden). .
Bij het verdelen van de
boedel van Adriaan Pauw in 1653, werd het zuidelijkste deel van de Heerlijkheid Heemstede,
genaamd Bennebroek, als een afzonderlijke Heerlijkheid beleend.
. |
Historie Heemstede
[down] | Heemstede / Bennebroek de oorsprong Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | |
(op de voorgrond de Zandvoortseweg) (Schilder: Jacob van Ruysdahl) Afb.(c) DB |
[down] | 'Leydsche Treck-vaert' bij Haarlem, tekening van H.P.Schouten c.1780. | [up] | (rechts een beeld van Huys Zwanenburg) Afb.(c) DB Opmerking: In het plaatwerk 'De Aangenaame gezichten in de vermakelijke landsdouwen van Haarlem' (van Hendrik Spilman en Cornelis van Noorde, 1761-1763) een ets van 'Gezigt aan de Leidse Vaart tusschen de 'Eerste Brug en de Stad' met o.a. twee molens aan de vaart + nog een op de achtergrond. Die gravure is vervaardigd naar Jacobus Kops. . |
Afb.(c) NHA |
[down] | Gezicht op Haarlem en de St. Bavo c.1902. | [up] | Afb.(c) JT Het bijzondere op deze plaat is, dat de Kathedrale Basiliek nog geen torens heeft. De Kathedraal St. Bavo werd gesticht door Mgr. A.J. M. Bottemanne, bisschop van Haarlem. De bouwmeester was J. Th. Cuypers. Mgr. A.J. Callier, Vicaris-Generaal, ontwierp de Symboliek. Op 15 juni 1895 werd de eerste paal geheid, de laatste op 4 oktober 1895. Op die dag werd ook door Mgr. Bottemanne de hoeksteen gelegd. Bijna drie jaar heeft men aan deze prachtige kerk gebouwd. Op 1 april 1898 was de Kathedraal voltooid. . De torens zijn nadien in 1930 geplaatst en op 27 juni van datzelfde jaar werd die gebeurtenis gevierd met een feestelijke plechtigheid. . |
Afb.(c) NHA |
Afb.(c) DB Ooit een opstappunt voor reizigers van de diligence en trekschuit, deze van oorsprong gebouwde herberg in 1782. Het ligt vlak bij de Schouwtjesbrug in Haarlem. .
Afb.(c) DB Als wij de Schouwtjeslaan uitwandelen komen we bij de 'Leydsche Treck-vaert'. Voor ons ligt herberg 't Schoutje, een geliefde pleisterplaats voor passanten. De oorspronkelijk op deze plek gelegen herberg werd in 1782 ontworpen. De 'uitbater' heette J.N. Bulters van Leeuwen. .
Afb.(c) RVD We schrijven 1867 als we de voerman bereid vinden even voor ons te poseren. De reizigers in de diligence vinden het eveneens interessant om vereeuwigd te worden met deze 350 jaar oude trekvaart historie. . Herberg 't Schoutje bestaat al heel lang, het wordt zelfs algemeen beschouwd als het oudste etablissement van Haarlem. Lees er meer over onder collage Heemstede / Haarlem. |
Afb.(c) NHA |
Afb.(c) DB Een blik op de Leydsevaert in Harlemum. Een trekschuit, zojuist de Leydsebrug gepasseerd, vervolgt zijn weg naar Harlemum. . |
[down] | Gezigt op de Leidsevaart, gravure C.van Noorde c.1761 | [up] | Afb.(c) NHA |
Afb.(c) NHA |
Afb.(c) DB |
Afb.(c) GOIBT Bij het 25-jaar ambstjubileum in 1891 werd aan burgemeester Lordens deze vanaf de Zijlbrug genomen foto van de nog intensief door binnenschippers gebruikte Singel en 'Leydsche Treck-vaert' aangeboden. Door wijzigingen aan de Oude Gracht in 1865 werd de Singel enigszins verlegd om weer een goede aansluiting te verkrijgen met de Leidse vaart. . |
[down] | Plaat van de 'Prins Hendrikbrug' c.1905. | [up] | Afb.(c) DB |
Afb.(c) DB De Eentjes of Leidse Waterpoort met rechts de Lange Brug. Achter het
poortgebouw ligt de Turfmarkt. De Haarlemmers gebruikten de naam de Leidse
Waterpoort voor 1655 toen hier nog de trekschuiten naar Leiden aanlegden.
Het gebouw is in 1866 afgebroken.
. |
[down] | Op deze kaart uit 1656 ziet men waar de Leidsevaart uitkwam in Haarlem | [up] | Afb.(c) HHRSR Dit is slechts nog een planning van beide heren van der Walle en Gerstecoren. Waar moest de Leidsevaart in Haarlem aansluiten? |
Afb.(c) DB Waar het begon in Haarlem, het vertrekpunt van de trekschuiten in Haarlem is bij deze oude prent op de achtergrond goed te zien. Op de voorgrond links de Zijlbrug- en Poort. De afbeelding dateerd van circa c.1748. . . Noot van Hans Krol, Vereniging VOHB
Link naar website VOHB Vereniging Oud Heemstede-Bennebroek (klik erop)
.
De 'Leydsche Treck-vaert' had zijn begin- en eindpunt nabij de huidige Raaks, nabij de Zijlpoort. Passagiers op doorreis naar Amsterdam moesten hier overstappen. In de Zijlstraat konden ze dan terecht voor versnapering of overnachting in herberg "Het Jaagschuitje"of in logement "Het Wapen van Holland", vooral bezocht door "Heeren en passagiers uit Leiden", aldus een advertentie in de "Haarlemmer Courant" van 1695.
.
Wat verderop richting Leiden (tot 1927 ambacht/gemeente Heemstede) lag herberg ''t Schouwtje", als voor de aanleg van de vaart in 1637 gebouwd en gunstig gelegen tussen de 'Leydsche Treck-vaert' 20 jaar later in gebruik werd genomen. Daardoor werd het een pleisterplaats voor passagiers die hier konden in - of uitstappen en iets drinken of eten. Ook al hoefde je niet naar Leiden kon je een boottochtje naar dit etablissement maken waar allerlei vermaak geboden werd met in de 18e eeuw een overdekte kolfbaan. Omdat op de grens van Heemstede en Haarlem de schout van Haarlem op deze plaats tol in de zou de herberg de naam 't Schoutje, later Schouwtje gekregen hebben. In het hoofdgebouw is nu nog een cafetaria gevestigd en algemeen wordt "'t Schoutje" als het oudste etablissement van Haarlem beschouwd.
.
|
Klik op de plaat voor een vergroting Afb.(c) NHA
Gezicht op Haarlem in 1688
.
Dit stadsgezicht in vogelvluchtperspectief van de stad Haarlem laat goed
zien hoe de stad eruit zag als men vanaf het voormalige kasteel Tet(te)rode
kwam, nu ligt op die plaats Elswoud. Haarlem ligt op een strategisch
kruispunt van de doorgaande weg door Holland en het Spaarne, dat met het IJ
de verbinding vormde naar Amsterdam. Al snel werd Haarlem een marktplaats
voor goederen van heel Holland en groeide de economie. Ter bescherming van
de stad werd vanaf de 14de eeuw een vestingmuur gebouwd, waaraan de bewoners
moesten meewerken of via boetes in stenen moesten bijdragen. De muur werd 7
meter hoog en 1,5 meter breed.
.
De gotische Sint Bavokerk aan de horizon is het middelpunt. Vooraan in het
midden zijn twee wapenschilden te zien. Op het linkerschild staat een
zeilschip en het wapen van de stad Haarlem. Het schip staat voor de welvaart
die voortvloeide uit de handel over het water. Het andere schild draagt de
afbeelding van l.o. Pallas Athene bij een boekdrukpers, als eerbetoon aan Laurens
Jansz. Koster, waarvan gezegd wordt dat hij de boekdrukkunst heeft
uitgevonden.
.
|
Halverwege de weg van Tetrode, was een schans, (militaire versterking) ter
verdediging van de stad. Vermoedelijk is dit het punt waarop de tekenaar
zich bevond toen hij schetsen voor de prent maakte. Aan de linkerkant van de
schilden is de Zijlweg te zien. Die weg komt uit bij het rondeel dat een
onderdeel van de stadsmuur was, daarnaast is de Zijlpoort zichtbaar. De
molen rechts vooraan, staat ook nog op de kaart van 1868 aangegeven. Het
water aan de rechterkant, is de Brouwersvaart.
Deze, die iets rechts van het midden de stad in komt, ligt vol met bootjes met zakken erin.
Het grote huis dat voor de
omringende stadsgracht staat tussen de Brouwersgracht en de Zijlweg in, is
het voormalige Rechthuis van de heerlijkheid Tetrode. De torenspits die
boven de huizen aan de rechterkant uitsteekt is van de Bakenesserkerk. Vlak
naast de St. Bavo is de toren van het Stadhuis.
.
| |
Aan de linkerkant is een deel van de vestingwerken te zien. De uitbreiding
met de vestingmuren zijn gebouwd tussen 1675 en 1680. Ze muren werden
afgebroken in 1825 en in de plaats daarvan kwamen plantsoenen die ontworpen
waren door de beroemde tuinarchitect Zocher.
.
De 'Leydsche Treck-vaert' loopt
rechts. Er zijn trekschuiten in te ontwaren, waarvan bij een het trektouw en de jager nog te
zien is. Er staan een rij bomen langs de trekvaart.
.
(Aanvullende gegevens uit beeldbank NHA:)
Afmeting: afb.: 257 x 589 mm.
Auteur: Hooghe, Romeyn de (1645-1708)
Bestanddeelnummer: 4563
Collectienaam: Prenten en Tekeningen Provinciale Atlas
Datering object: 1689
Geografisch: Haarlem
Literatuur: cat. "Harlemia Illustrata" / A.G. van der Steur. - Haarlem, 1993. - nr. 185.
Mat omschr: 1 topogr. prent: ets en gravure.
Omschrijving: Panoramisch gezicht op Haarlem, vanuit het westen. Op de voorgrond de trekvaart Haarlem - Leiden met rechts tuinen
en tuinhuisjes. Op de achtergrond de stadswal met bolwerken. Daarachter links de Grote Kerk of Sint-Bavokerk. Op de keerzijde van
het stadszegel l.o. Pallas Athene bij een boekdrukpers.
Opschrift: "Senatorius"(l.o. in afb. in banderol boven stadszegel). In stadszegel links en rechts van allegorische figuur: "S" en "C" onder: "HARLEMUM.", l.o. in tekstveld: "Scale van 3o Rhijnlandsche Roeden. Met Privilegie voor 15 Jaeren:"
Signatuur: z.s.
Titel: "Senatorius"(l.o. in afb. in banderol boven stadszegel). In stadszegel links en rechts van allegorische figuur: "S" en "C"
onder: "HARLEMUM."
Trefwoorden: profielen verdedigingswerken stadspoorten verkeer rijtuigen scheepvaart tuinen bleekvelden
Uitgave: Randversiering van de plattegrond van Haarlem uit 1688-1689 door Romeyn de Hooghe.
-
Artikel Haarlem samengesteld door:
de Webmaster en Drs.Brigitte Rink-Ensink
De plaat is (na)bewerkt.
|
|
Weet u het nog? In 1572 liep de stad over naar de Geuzen, waarna Don Frederik, de zoon van de hertog van Alva, het beleg voor Haarlem sloeg. De stad wist het maandenlang vol te houden maar moest zich op 12 juli 1573 overgeven. Een spotliedje uit die tijd luidde: .
Men sach Harlemum bestormen
Met macht vielen de Spaengiaerts an
Daer laghen so veel int velt ghestorven,
Viermael sijnse gheslaghen daer van
Want de vrouwen quamen soo stoutelick an,
Met steenen, peckreepen, vier [vuur] ende vlam,
Wierpense de Spaingiaerts van de mueren
Sy kreten als leelicke dieren.
.
Sestien Vaendel knechten ghetrouwen
Sijn te Harlemum binnen ghewent
En twee Vaendels ghemonsterde Vrouwen
Hebben so menighen Spaengiaert gheschent,
Int stormen doen zy grooten ghewelt
En draghen dat Vendlijn als een Heldt,
Soo lustelick in haer handen
Duc dalve [Alva] tot sijnder schanden.
|
Heden geen functie meer . Heden heeft de trekvaart geen functie meer in het georganiseerd personen- en of postvervoer of toch wel, want nog altijd varen er rondvaartboten van Noordwijk, door de 'Haerlemsche Trek-Vaart' naar de Kager Meren. Ook wordt er van de vaart 'prive' gebruik gemaakt door talloze sloepen en boten, die het varen er doorheen als een steeds wederkerend genoegen beschouwen. En laten we vooral de vissers niet vergeten! . Tevens vervult de trekvaart nog een heel belangrijke 'afvoer van water' functie, juist door het sterk veranderende klimaat in deze tegenwoordige tijd er veel meer regen valt dan voorheen, zorgt juist de trekvaart ervoor dat het overtollige regenwater snel uit de Bollenstreek wordt afgevoerd. Mede hierdoor heeft de trekvaart o.a. in de omgeving van Noordwijkerhout sedert 2004 een zogenaamde 'moerasfunctie' gekregen (tussen vaart en spoorlijn) die enerzijds is bedoeld als waterreservoir bij hevige regenval, anderzijds biedt het (zeldzame) vogelsoorten een broedplaats bij uitstek. . |
Leidsevaart anno 2010
Afb.(c) MW .
Afb.(c) MW .
Afb.(c) MW [down] | Op de 3 foto's ziet u het Spaarne ter hoogte van de Burgwal en de Bakanessergracht en van de Gravestenenbrug ter hoogte van het Teylingermuseum (Met dank aan J.van Abbeve) | [up] | (de afbeeldingen zijn gemaakt met de N900) (ingezonden door Marc Wielaert) |
mooi is dat beide trekvaarten zichtbaar zijn op deze (franse) kaart uit circa 1815 Afb.(c) WB . N.a.v. de Trekvaart presentatie voor Probus Nieuw Teylingen gaf iemand Wim Bosch (VOL Lisse) vandaag een heel leuke oude kaart te leen van de Haarlemmermeer en omgeving. Hierop zijn heel fraai de tracés van de beide Trekvaarten Haarlem- A’dam en Haarlem- Leiden, naast dorpen en gehuchten maar ook veel buitenplaatsen langs de vaart weergegeven. Zoals Berckenrode, Olthoff, Manpad, Ostende, Bosch Meerenburg, Wassergeest, etc zelfs de Langevelder Capelle staat nog op de kaart aangegeven! . |
Afb.(c) RVD |
Historie Haarlem
[down] | Geschiedenis van Haarlem Attentie, KLIK op de foto-collage voor nadere informatie ontrent dit onderwerp!
| [up] | Afb.(c) RVD Haarlem komt rond 900-950 voor het eerst als nederzetting in de bronnen voor. Er is dan sprake van drie boerderijen in 'Haralem'. De naam Haarlem betekent vermoedelijk huis op hoge, met bossen begroeide zandgrond. De graven van Holland hadden er een versterkte woning, van waaruit ze hun grondbezit lieten beheren. In 1245 kreeg Haarlem stadsrecht . De oorspronkelijke boerenbevolking had zich in de periode daarvoor meer op handel en bedrijf toegelegd. Dit kwam onder meer doordat Haarlem gunstig aan een oude noord-zuidverbinding over land was gelegen. Ook het Spaarne was een goede verbinding, maar dan over water. Het stadsrecht betekende dat Haarlem meer eigen baas werd. Ook waren de rechtsregels meer toegesneden op kooplieden en minder op boeren. De stad ontwikkelde zich voorspoedig. Voor de economie waren de bierbrouwerijen (In de vijftiende eeuw waren er 92 brouwerijen), de scheepsbouw en de lakennijverheid erg belangrijk. Er kwamen negentien kloosters en één begijnhof. In de loop van de vijftiende eeuw begon de economie terug te lopen. Huizen kwamen leeg te staan en de stad kon haar schulden niet meer betalen. . In 1572 koos het stadsbestuur van Haarlem partij voor de opstandelingen van Prins Willem van Oranje en tegen de Spaanse koning. Het gevolg was dat Spaanse troepen aan eind van dat jaar de stad belegerden. Uiteindelijk moest de stad zich in juni 1573 overgeven. In 1576 legde een enorme brand 449 huizen in de as. De brand was veroorzaakt door de Spaanse soldaten die in de stad waren gelegerd. In 1577 vertrokken de Spanjaarden. De stad kwam toen definitief aan de kant van Prins Willem van Oranje. Dit had tot gevolg dat ook in Haarlem oa. de kloosters werden gesloten. Het katholieke leven moest ondergronds gaan. . De periode na 1577 was een tijd van herstel en al gauw zelfs een tijd van enorme bloei. Vooral de textielnijverheid kreeg een extra impuls, zowel wolnijverheid als de linnennijverheid. Het Haarlemse linnen genoot een hele goede reputatie omdat het in de omgeving van de stad zo mooi hagelwit was gebleekt. Ook werd Haarlem beroemd om de in kunstige patronen geweven zijden stoffen en om de met 'machines' gemaakte linten. . Vanaf ongeveer 1680 ging het bergafwaarts met de stad. De bevolking en de bedrijvigheid liepen terug. In 1846 was het beeld nog steeds treurig. Een op de vijf Haarlemmers moest een beroep op de bedeling doen. Maar in de tweede helft van de negentiende eeuw begon de stad langzaam op te krabbelen. Er kwamen nieuwe industrieën. Zo ontwikkelde de rijtuigenfabriek van J.J. Beijnes zich tot de moderne Koninklijke Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens. Uit de kistenfabriek van Hendrik Figee groeide een bedrijf dat zich toelegde op hefkranen, heimachines en baggermolens. Haarlem kreeg ook een internationale reputatie op het gebied van de grafische industrie. . Haarlem, dat al vanaf het eind van de zeventiende eeuw in een te ruime jas zat, begon te groeien. Eerst werd de stad alleen met delen van naburige gemeenten uitgebreid. In 1927 werd zelfs gehele gemeente Schoten door de groeiende stad opgeslokt. Na de Tweede Wereldoorlog verdwenen de grote industriële bedrijven uit de stad. Haarlem werd een stad van winkels, scholen, overheidsdiensten, banken etc. Nu is Haarlem een stad met meer dan 200.000 inwoners. Een stad, die terecht trots is op haar mooie lange geschiedenis. . |
|
|
|
|
|