|
Trekvaart Leiden - Haarlem Met name 'Haarl.Meer' bekeken . ( H O O F D M E N U ) |
---|
. Nadien u bijt in ’t hart dees wrede waterwolf, Nu uit, om over u eerlang te triomferen. O, Landleeuw waak eens op en wek met enen schreeuw Al ’t veen, de Kennemers en Rijnlands oude heren Met d’Amsterlanderen tot noodhulp van hun leeuw Men sluite met een dijk dit dier, dat U komt plagen. De windvorst vlieg’er met zijn molenwieken toe, De snelle windvorst weet de waterwolf te jagen In zee, vanwaar hij u kwam knagen nimmermoe. De veenboer zit en wenst dees water-jacht te spoeien En ’t veenwijf roept: hij ruimt. De landleeuw weidt op ’t ruim, En zuigt zijn long gezond aan d’uiers van de koeien. Zo wint de landleeuw land, zo puurt hij goud uit schuim !”. |
[down] | Stoomgemaal bij Katwijk (c.1881). | [up] |
|
![]()
. |
![]()
door de eeuwen heen. Op de kaart staat de periode 1551 tot 1808 vermeld. Het was een proces van jaren dat door de vele overstromingen, de losse meertjes, poeltjes en rivieren werden versmolten tot een grote woeste zee. Het was ook wel een logisch gevolg van de vele veen afgravingen die in die tijd plaats vonden. let op de gearceerde gedeelten oa. ten N.O. en Oosten van Leimuiden. In de tijd dat ik er woonde kan ik mij nog wel de veenplaatsen herinneren. Leimuiden zelf (het dorp) ligt ook enkele meters boven het (afgegraven) weiland ernaast. . |
![]()
Schaal [ca. 1:40.000]. - Jaar van uitgave: 1640. . . Beschreven in: a) De strijd om het Haarlemmermeer / Marc Hameleers. - In Geografie in Utrecht. - Utrecht, 1987 b) De oude plannen tot droogmaking van het Haarlemmermeer / scriptie van Corien Glaudemans. - Leiden, 1985 c) Haarlemmermeer, plankaarten van vroeg 17e eeuwse droogmakingsvoorstellen / J.W.H. Werner. - In: Caert Thresoor. 10e jrg. nr 1, 1991 p. 1 12 d) Haarlemmermeer 17e en 18e eeuwse voorstellen tot droogmaking : en historisch geografische studie en inventarisatie van kartografische bronnen / scriptie van J.W.H. Werner. - Amsterdam, 1981. - Oud collectienr. C 17 - OAR inv.nr. 1583. . |
![]()
Daarop volgde de droogmaking van de Beemster (1612), Dat was een zeer groot karwei waarbij ca. 7000 hectare, tot 3.50 meter diepte droog gemalen moest worden. Daarna volgden o.a. de: . . Hij werd een man met visie: al in 1629 ontvouwde hij een eerste plan voor de droogmaking van het Haarlemmermeer. In 1635 werd dit gevolgd door een tweede, en in 1641 door een derde en laatste plan dat werd neergelegd in het “Haarlemmermeerboek”. Het omvatte het bedijken van het Meer en het droogmalen in molengangen met maar liefst 160 windmolens, vanwege de diepte van het water. . |
![]()
|
![]()
De overstroming van het gebied bij Sloten maakte weer eens duidelijk hoe afhankelijk de hoofdstad Amsterdam was van dergelijke gebieden voor de voedselvoorziening. Drooglegging van het Haarlemmermeer zou niet alleen een einde maken aan het overstromen van die land- en tuinbouwgebieden, maar daar ook vele hectaren nieuw land aan toevoegen. Dat was welkom omdat na de stagnatie in de achttiende eeuw de bevolking weer groeide in omvang. . Overstromingen van het Haarlemmermeer bedreigden ook betrekkelijk nieuwe verharde wegen als die tussen Haarlem en Den Haag. Gedurende de periode van besluitvorming, die tot 1848 zou duren, kwam daar ook de spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem bij. Om al die redenen, en andere, kon de drooglegging in 1848 beginnen. Daaraan was een aantal jaren voorafgegaan van twijfelen en studeren op vraagstukken als de financieringsvorm. Ook over de vraag of men windmolens dan wel stoommachines zou gebruiken bestond lang twijfel. Het werd stoom. |
![]()
|
![]()
. Drie uren achtereen duurde het noodweer, woest was de aanblik op het Haarlemmermeer. Als golfden er heuvels, zoo rolde de eene baar na de andere ...Ver in den omtrek, tusschen het geloei van den orkaan door, hoorde men het suizend gebruis van het wilde water, dat door rukwind op rukwind voortgezweept, al stouter en woester voorttuimelde, en kokend en klotsend tegen paalwerk en oeverkant aanstormde. . De gevolgen logen er niet om. Door de zuidwesterstorm opgestuwd water overstroomde het gehele poldergebied tussen Sloten en Amsterdam. Oeverbescherming en polderdijken begaven het. De schade was enorm. Het werd erger. Nog geen maand later stak opnieuw een geweldige storm op, nu uit het noordoosten. Alsof het zo heeft moeten zijn, werden nu de polders aan de overkant van het meer blank gezet en stroomde het water door de laag gelegen wijken van Leiden. Ook hier grote schade aan oeverwerken, dijken en verharde wegen. De boeren waren persoonlijk het ergst getroffen. Ze hadden jaren nodig om deze klap te boven te komen. Bij veel getuigen van de ramp overheerste het gevoel dat het nu maar eens afgelopen moest zijn. Het gevoelen dat het maar eens afgelopen moest zijn, was niet nieuw. Dat was eerder voorgekomen. Nieuw was dat er nu daadwerkelijk initiatieven in de richting van drooglegging werden ondernomen. . |
![]()
. Museum De Cruquius spreekt een breed publiek aan. Het oude stoomgemaal vormt het absolute technische hoogtepunt van het romantische stoomtijdperk in Nederland. Niet voor niets is Museum De Cruquius dan ook ankerpunt in de Europese Route van het Industrieel Erfgoed (ERIH), een netwerk van de belangrijkste industriële erfgoedlocaties in Europa, en mag het het kwaliteitspredikaat "Geregistreerd Museum" voeren. . De museumtentoonstelling toont stoomgemaal De Cruquius in zijn oer-Nederlandse context: de door de eeuwen heen nimmer aflatende strijd tegen het water. . Een greep uit wat er zoal in en aan het museum te zien en te beleven is: . De tentoonstelling - Het voormalige stoomgemaal is gebouwd in neogotische stijl: het gebouw is een ode aan de Vooruitgang, het is rijk geornamenteerd en oogt als een middeleeuws kasteel: een verdedigingswerk, maar dan tegen het water. - De museumexpositie is ingericht met audiovisuals en toont kaarten vanaf 1550 tot 1852, diverse modellen van windmolens, wateropvoerwerktuigen, polders en sluizen. Zo toont het museum hoe de mens eeuwenlang met droge voeten onder de zeespiegel trachtte te leven. Een maquette met stromend water en golfslag maakt in één oogopslag duidelijk hoe Nederland er zonder dijken zou uitzien en wat er tijdens stormvloeden gebeurt. - Er zijn bewegende stoommachinemodellen die de ontwikkeling tonen van de "vuurmachine" tot de stoommachine. Spectaculair zijn verder de demonstraties met de oudste bewaard gebleven stoommachine van Nederland: stoomgemaal "De Arkelse Dam" uit 1826. - Voor jongeren van 5 tot 16 jaar is de tentoonstelling geïntegreerd met een stuk museumeducatie: interactieve cd-rom's voor scholen, speurtochten en lesbrieven, een verkleedkist en een stoompracticum. . ![]() . De machinekamer Absoluut hoogtepunt van elk bezoek aan De Cruquius is wel de machinekamer uit 1849. Hier staat 's werelds grootste stoommachine, met een cylinder van maar liefst 3,66 meter doorsnee! Deze reusachtige machine drijft acht balansarmen aan die elk 10.000 kilo wegen en als tentakels naar buiten steken, waar ze de zuigers van acht gigantische waterpompen in werking stellen: samen brachten die ooit bij elke slag van de stoommachine 64.000 liter water omhoog! Na een grondige restauratie die 20 jaar duurde, werd op 4 juni 2002 deze imposante machinerie door Kroonprins Willem-Alexander weer in beweging gesteld - zij het niet meer door stoomkracht, maar hydraulisch aangedreven - en sindsdien kan iedere bezoeker genieten van dit ontzagwekkende schouwspel en ervan onder de indruk raken, net zoals de vorsten die hen in vorige eeuwen voorgingen. . Rondleidingen Bezoekers die het naadje van de kous willen weten of die in groepsverband het museum willen bezoeken, adviseren wij om een rondleiding te boeken, waarbij u kunt opgeven waar de interesse vooral naar uitgaat. Het museum zorgt dan dat u als rondleider een specialist krijgt die bij uw thema past. Kijk voor verdere informatie en prijzen op de informatiepagina onder rondleidingen. Rondleidingen kunt u telefonisch of via het webformulier aanvragen. . Jongeren en educatie Voor de jongeren zijn er educatieve programma's, waaronder het stoompracticum, waar ze met modelstoommachines kunnen experimenteren en een heus stoomdiploma uitgereikt krijgen. En voor de kleintjes is er de verkleedkist: hiermee kunnen ze in de huid kruipen van de dijkgraaf of van machinisten, stokers, kolensjouwers, oliemannen en rattenvangers. . De museumtuin De museumtuin was tot 1934 bedrijfsterrein van het stoomgemaal soms worden er nog bodemvondsten uit die tijd gedaan. Het bedrijfsterrein was een weide, met een boomgaard van de naastgelegen dienstwoning van de hoofdmachinist (het huidige Theehuis). Na 1934 ontstond een romantische tuin in Engelse stijl, die na 1980 een "natuurlijk" park werd en tot een verwilderde tuin verviel. In 2005-2006 is de tuin zoveel mogelijk in de oude Engelse stijl teruggebracht. Het ogenschijnlijke "brok puin" dat in de tuin staat is in werkelijkheid een brok historie: het is een overblijfsel van de fundering van het "Keezending", een heel vroeg stoomgemaal uit 1787. . Het museum en de omgeving Het museum en de omgeving ervan lenen zich uitstekend voor een dagje uit: op een paar passen afstand is er het Theehuis met een gezellig terras, en met "het pontje" kunnen voetgangers en fietsers gratis oversteken naar een bijzonder mooie wandel- en fietsomgeving. Vroeger al wist men museum en omgeving op waarde te schatten: "Een ieder, die het stoomgemaal binnentreedt, zal zeer zeker onder den indruk komen van hetgeen een vorig geslacht op bemalingsgebied heeft gewrocht en ook gewis bekoord worden door typisch Hollands natuurschoon, dat ter plaatse in zo ruime mate aanwezig is", schreef men in 1936. . De toekomst Stilstand is achteruitgang. Een bekend spreekwoord dat zeker ook van toepassing is op Museum De Cruquius. Voor de komende jaren zijn er dan ook diverse projecten in de planning, vooral op het gebied van educatie. Ook zal er een ingrijpende restauratie worden uitgevoerd. Met dit alles wil het museum nog aantrekkelijker worden voor een nog breder publiek. (de tekst is overgenomen van de website over De Cruquius) Klik hier voor de link erheen . |
![]()
|
![]()
zware steunberen, kantelen en het veelvuldig gebruik van gietijzer is voormalig stoomgemaal De Cruquius een uniek voorbeeld van neogotische architectuur in Nederland iets waarop we trots mogen zijn |
![]()
|
![]()
|
![]()
Dit machinetype combineerde een hoog rendement met grote zuinigheid. De Engelse ingenieurs Joseph Gibbs en Arthur Dean leveren tekeningen van de gewijzigde zogenaamde Cornish Engine, niet op dompelaarspompen, maar op zuigpompen toegepast. . De ingenieur van de Waterstaat J.A. Beijerinck (1800-1874) de jongere broer van Ir. M.G. Beijerinck (1787-1854), lid van de commissie van beheer en toezicht, maakt het bestek voor het gemaalgebouw. De stijl van gemaal De Leeghwater en de beide andere gemalen is te kenmerken als vroeg neo-gotisch. Het is een fraai voorbeeld van het opkomen van de met name uit Engeland afkomstige industriele bedrijfsgebouwen-bouwtrant: monumenteel door toevoegingen, die niet direct functioneel zijn, maar wel het belang van het gebouw benadrukken. Waarom Ir. J.A. Beijerinck voor dit ontwerp kiest is niet bekend. Dat neo-gotiek werd toegepast hangt overigens wel samen met met de Engelse technische origine van de plannen en het feit dat Koning Willem II een groot aanhanger was van deze in Engeland toen zeer populaire bouwtrant. Bovendien was deze stijl nieuw en modern en dat waren de gemalen toen immers ook. De pompen worden door Dean, naar aanwijzingen van Lipkens ontworpen. . |
|
[down] | Al vanaf 1851 geen water meer. | [up] |